Tijdens een recent interview met een christelijk radiostation in Engeland werd mij gevraagd een lied te kiezen om te draaien.
Ik koos een gouwe ouwe, ‘De Koning-knecht‘, van de populaire Engelse liedschrijver Graham Kendrick. Om drie redenen.
Ten eerste was ik persoonlijk betrokken bij de opname van het nummer in 1984 in Nederland. De zang werd verzorgd door de YWAM Heidebeek gemeenschap waar ik toen woonde. Graham kwam uit Engeland met zijn producer Les Moir en de backing tracks van zijn aanbiddingsliederen, klaar voor ons om de zang toe te voegen. Het resultaat was het tweede album van de Kingsway ‘Songs of Fellowship International’ serie, ‘Let God arise!’
Het jaar daarvoor hadden we voor Kingsway de eerste in die serie opgenomen, ‘In through the veil’, een Engelstalige versie van de eerste van een aantal Nederlandse aanbiddingsopnames die we in de jaren tachtig op Heidebeek maakten. Deze opnames, genaamd ‘Muziek voor de Koning’, en de ‘Concerten voor de Koning’ die we hielden in alle Nederlandse provinciehoofdsteden, hielpen om in Nederland het nieuwe muziekgenre te vestigen dat nu bekend staat als ‘Praise’.
Dit jaar viert YWAM 50 jaar jeugdzending in Nederland. Op 18 mei, Hemelvaartsdag, zullen de huidige medewerkers en studenten op Heidebeek samenkomen met honderden voormalige medewerkers en studenten van over de hele wereld om God te danken voor de vruchten van deze halve eeuw. Ongetwijfeld zullen de erediensten doorspekt zijn met zulke gouwe ouwe!
Graham wilde Charles Wesley evenaren door goede theologie te onderwijzen via de teksten van zijn liederen als verfrissend alternatief voor zich herhalende en voorspelbare refreinen. De Koning-knecht (in het Nederlands vertaald door Rikkert Zuiderveld, Opwekking 268) gaat over de radicale openbaring van een God die ons diende ‘als een knecht’; en diens ‘voorbeeld roept om te dienen iedere dag’. Diezelfde ‘hand die aard’en hemel schiep vergaf de hand die Hem sloeg. De Man, die onze zonden droeg’.
Life-imitating-art
De tweede reden waarom ik dat lied koos was de huidige weerklank ervan met het model van dienend leiderschap dat Volodymyr Zelenskyy in het wereldwijde bewustzijn heeft gebracht. Het heeft hoop gebracht aan miljoenen die lijden onder autocratische leiders. ‘Dienaar van het volk’ is de satirische komedieserie, nu voor de hele wereld te zien op Netflix, waarin Zelenskyy zelf een nederige schoolmeester speelt die door het massaal enthousiasme van het volk tot president van Oekraïne werd benoemd. Drie seizoenen lang volgden de Oekraïners de onwaarschijnlijke capriolen van Vasily Petrovych Goloborodko toen hij de gebruikelijke presidentiële extraatjes en privileges weigerde en de strijd aanbond met corruptie, oligarchen en het oude Sovjetdenken, om gerechtigheid, waarheid, publiek vertrouwen en gelijkheid te bevorderen. De serie culmineerde in een levensechte verkiezing van Zelenskyy tot president op 21 april 2019, waarbij hij zeventig procent van de stemmen in de tweede ronde won.
De serie hielp de verbeelding van de natie wakker te schudden om een alternatieve toekomst te zien. Voortbordurend op de ‘revolutie van waardigheid’ van de Maidan benoemde Zelensky jonge, frisdenkende ambtenaren, net als in de televisieserie. Dat was op zich al opmerkelijk genoeg. Maar binnen drie jaar werd hij oorlogspresident en verraste hij iedereen met zijn churchilliaanse vastberadenheid en retoriek. Tot nu toe is hij doorgegaan met het modelleren van dienend leiderschap voor Oekraïne en de wereld.
Zouden we getuige kunnen zijn van een nieuw “moment van genade” in de moderne geschiedenis, naast de naoorlogse Duits-Franse verzoening en de ineenstorting van het oude communistische blok?
Tafels bedienen
De derde reden was dat ik een tentoonstelling help voorbereiden voor het 400-jarig bestaan van de Noorderkerk, de historische kerk die mijn vrouw en ik bezoeken in Amsterdam. Een zeer creatieve 360-graden visuele productie, Vincent meets Rembrandt, waarin kunst van Rembrandt en Van Gogh wordt samengevoegd, wordt de meeste weekdagen in het kerkgebouw getoond. Mijn deel is om te laten zien welke relatie de twee meesters hadden met de kerk. Uit de brieven van Vincent blijkt dat hij vaak naar de zondagse diensten van 7 uur kwam gedurende het jaar dat hij als student in de stad woonde. Hij schreef zijn broer Theo over de inspiratie die hij daar uit de preken haalde, met name over de parabel van de zaaier, een thema dat hij zo’n 30 keer in schilderijen en etsen verwerkte.
Een wijdverbreide misvatting is dat Vincent later brak met het christelijk geloof. Verschillende geleerden, waaronder Anton Wessels (Van Gogh and the art of living), beweren dat Van Gogh “de ongezonde, ziekelijke vormen van religie afwees en in plaats daarvan koos voor authentieke vormen van vroomheid”.
Slechts twee jaar voor zijn dood in 1890 schreef Vincent bijvoorbeeld aan een vriend dat “Christus … sereen leefde, als een kunstenaar groter dan alle andere kunstenaars, marmer en klei en verf verachtend, werkend in het levende vlees. (Hij) maakte … levende mensen, onsterfelijken”.
Rond dezelfde tijd schilderde hij zijn ‘Caféterras bij nacht’, dat zich afspeelt in Arles, gericht op een ober die tafels bedient onder een goudgele luifel (de kleur van de goddelijke aanwezigheid) en een donkerblauwe nachtelijke hemel (de kleur van de eeuwigheid). Als u googelt op ‘Van Gogh’, ‘laatste avondmaal’, kunt u een spoor van wetenschappelijke artikelen volgen waaruit blijkt dat de kelner niemand minder is dan… de Koning-knecht.
Tot volgende week,