Vorige week hebben we geprobeerd het verhaal van Amsterdam te vertellen aan de hand van gebeurtenissen die zich gedurende negen eeuwen op de Dam hebben afgespeeld. In het hart van de stad gingen we op zoek naar de ziel van de stad – datgene wat de stad bezielde, haar leven, waarden en betekenis gaf.
Maar er is een achtergrondverhaal bij het verhaal van Amsterdam, dat begint met de unieke en beroemde vlag van de stad: drie witte kruisen op een zwarte streep tegen een rode achtergrond.
Wat betekenen die kruisen? Waar komen ze vandaan?
Niemand weet het zeker, maar het lijkt erop dat de witte kruisen en de rode en zwarte strepen deel uitmaakten van het wapen van ridder Jan Persijn, heer van Amstelledamme (de oorspronkelijke naam van Amsterdam) rond 1280.
Gidsen zullen u vertellen dat de kruisen bescherming boden tegen de drie grootste gevaren in het verleden van Amsterdam: brand, overstromingen en pest. Anderen verwijzen naar de drie bijvoeglijke naamwoorden die koningin Wilhelmina als motto aan de stad gaf ter ere van haar verzet tegen de nazi-bezetters in de Tweede Wereldoorlog: Heldhaftig – Vastberaden – Barmhartig. Dat was natuurlijk pas na de oorlog.
Wat we wel zeker weten, is dat deze X-vormige kruisen Sint-Andreas-kruisen worden genoemd.
Volgens de overlevering werd Andreas, een van de eerste volgelingen van Jezus, gekruisigd aan een X-vormig kruis in Patras, Griekenland. Dat is opmerkelijk, als je erover nadenkt. Want net als de andere volgelingen was Andreas bang en gedesillusioneerd nadat de rabbi die hij drie jaar lang had gevolgd, een schandelijke, openbare dood als misdadiger was gestorven. Zijn hoop en verwachtingen waren pijnlijk verpletterd.
Sterk bewijs
Maar er gebeurde iets dat hem en de anderen veranderde in moedige revolutionairen die hun wereld op zijn kop begonnen te zetten! Volgens hun eigen getuigenis was de verrezen Jezus aan hen verschenen – tegen alle verwachtingen, rede en ervaring in – niet slechts één keer, maar meerdere keren. Hij had zelfs met hen gegeten. Dit was geen spook of verschijning. Deze opgestane Jezus had hen vervolgens opgedragen om de hele wereld in te gaan om overal aan mensen te vertellen over zijn opstanding, en dat God plannen had voor iedereen om een nieuw begin te maken, een nieuw leven. Dat is wat Andreas en de anderen de rest van hun leven hebben gedaan.
Volgens de overlevering werden tien van de elf overgebleven discipelen (na de dood van Judas) gemarteld omdat ze het verhaal van de verrezen Jezus verspreidden. Petrus werd in Rome gekruisigd, met zijn hoofd naar beneden. Jakobus (zoon van Zebedeüs) werd onder Herodes Agrippa I in Jeruzalem met het zwaard terechtgesteld (Handelingen 12:2). Filippus werd gekruisigd in Hierapolis. Bartholomeüs (Nathanaël) werd gevild en/of gekruisigd in Armenië. Matteüs (Levi) werd doodgestoken in Ethiopië. Thomas werd doodgespietst in India. Jakobus (zoon van Alfeüs) werd gestenigd en doodgeslagen in Jeruzalem. Thaddeüs werd gedood in Perzië, net als Simon de Zeloot (of misschien gekruisigd in Syrië). Johannes (broer van Jakobus) was de enige van wie wordt aangenomen dat hij een natuurlijke dood stierf (in Efeze, op hoge leeftijd).
Denk hier eens even over na. Alle discipelen hielden vast aan dit verhaal dat ze de verrezen Jezus hadden ontmoet toen ze met martelaarschap werden bedreigd. Niemand brak en bekende dat het een verzonnen verhaal was. Dat is een zeer sterk bewijs voor de waarheid van hun getuigenis over de opstanding. De transformatie van deze bange, neerslachtige discipelen tot wereldveranderaars was ook al een sterk bewijs dat ze allemaal dezelfde levensveranderende ervaring hadden gehad. Hun ontmoeting met de verrezen Jezus had hun begrip van de werkelijkheid, van God en van de toekomst van zowel het menselijk ras als de schepping totaal veranderd.
Een gelukkig begin
De opstanding van Jezus was niet alleen een gelukkig einde van zijn tijd op aarde, maar ook een gelukkig nieuw begin voor de mensheid. Paulus, die zelf radicaal was veranderd na een onverwachte ontmoeting met de verrezen Christus op de weg naar Damascus terwijl hij Jezus’ volgelingen achtervolgde, verwoordde dit het beste. Hij schreef aan de Romeinen dat ‘wij weten dat de schepping zelf bevrijd zal worden van haar slavernij aan de vergankelijkheid’. De opstanding was het keerpunt in de scheppingsgeschiedenis. God had een toekomst van herstel voor zijn schepping. Hij zou de dood en het kwaad voor altijd verslaan.
Paulus wordt gezien als degene die dit verhaal naar Europa heeft gebracht. Patrick bracht dit goede nieuws naar de Ieren, Willibrord naar inwoners van de Lage Landen en Bonifatius naar de Germaanse stammen. Dit verhaal was al begonnen Rome te veranderen. Nu begon het volk na volk op het Europese schiereiland te veranderen.
Toen in de dertiende eeuw de eerste Amsterdammers die dam over de Amstel bouwden, had het verhaal van de verrezen Christus hun begrip van de werkelijkheid gevormd, zij het door de soms troebele lens van de middeleeuwse katholieke kerk.
Dit jaar zien de Amsterdammers de Andreaskruisen in allerlei grafische variaties, als onderdeel van de merchandising van het 750-jarig jubileum: op posters, spandoeken, schoudertassen, strandlakens, gebouwen, trams en veerboten.
Waar we ze ook zien, laten we hun vergeten getuigenis in herinnering brengen: Jezus is verrezen!

Tot volgende week,