Kerstmis moet een zeer frustrerende jaarlijkse ervaring zijn voor diegenen die het liefst alle herinneringen aan het Christusverhaal zouden willen uitroeien.
Want in een Europa dat zich wijd en zijd heeft afgekeerd van het verhaal dat, meer dan enig ander verhaal, zijn cultuur en beschaving heeft gevormd, blijft Kerstmis een paradox. Het weigert te vervagen ondanks de wijdverspreide onwetendheid over de reden voor het kerstfeest en alle pogingen om het te vervormen, te negeren, te ontvluchten of te ontkennen.
Zelfs degenen die elkaar ‘Happy Holidays’ wensen en weigeren het woord ‘Kerstmis’ te gebruiken, ontkomen er niet aan dat dit woord zijn oorsprong vindt in ‘heilige dag’, of het Oudengelse hāligdæg.
Van Portugal tot Rusland en van IJsland tot Griekenland herdenken Europeanen deze maand op grote schaal de geboorte van een Joodse baby aan de rand van het Romeinse rijk, twee millennia geleden. Kerststallen, kerstbomen en kerstdiensten brengen de kerstgedachte van Europeanen overal tot leven, zowel gelovigen als ongelovigen. In Duitstalige steden trekt de feestelijke sfeer van de Weihnachtsmarkt– of Christkindlmarkt– de hele adventstijd massa’s inwoners en toeristen. In heel seculier Nederland blijven uitvoeringen van Händels Messiah van voor vele duizenden een hoogtepunt van de kersttijd, met zijn duidelijke verkondiging van Jezus als de Messias. Zelfs in Rusland, waar Kerstmis volgens de Juliaanse kalender op 7 januari wordt gevierd, woont de meedogenloze alleenheerser Vladimir Poetin traditioneel een orthodoxe kerstliturgie bij.
Opmerkelijk genoeg leeft de herinnering aan de baby uit Bethlehem, die noodgedwongen in een stal werd geboren, hardnekkig voort in de hoofden van kinderen en volwassenen over het hele continent, in onze kunst en muziek, in rituelen en liturgieën en als officiële nationale feestdag.
Parasieten?
Dit alles wijst op de parasitaire aard van de seculiere samenleving. Ze kan zich niet losmaken van haar christelijke oorsprong. Toegegeven, heidense en christelijke elementen hebben zich altijd vermengd sinds het Jezusverhaal werd geïntroduceerd bij de volkeren van Europa, waarvan velen al een soort midwinterfeest hielden. Vroege missionarissen probeerden oude gebruiken te ‘dopen’ om er een nieuwe christelijke betekenis aan te geven. Kerstbomen, maretakken, kerstgebak, hulstversieringen, de slee en rendieren van de Kerstman en de datum van 25 december komen voort uit oude heidense gebruiken en mythen.
Zijn wij christenen dan parasieten?
Nou, nee. Geen van deze kerstelementen maakt deel uit van het radicaal transformerende kerstverhaal. Geworteld in het Oude Testament, onthult het verhaal van Jezus een God die onder de mensen kwam als een kind, nederig en kwetsbaar. Dit was geen krijger-god of helden-god zoals de Keltische, Germaanse of Vikingstammen verwachtten.
Dit God-kind onthulde de waardigheid van de mensheid en modelleerde een levensstijl van liefde, waarheid en gerechtigheid, van vergeving en verzoening, van het toekeren van de andere wang en het lopen van de extra mijl, van het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten en het onderdak bieden aan de daklozen. Die openbaring heeft de samenlevingen en gemeenschappen in heel Europa diepgaand gevormd.
Vacuüm
Frustrerend voor secularisten moet wel de recente terugkeer zijn van een serieus debat in intellectuele kringen over hoe het christelijke verhaal de basis heeft gelegd voor de westerse beschaving. Auteurs en denkers als Tom Holland (Why I was wrong about Christianity) en Ayaan Hirshi Ali (Why I am now a Christian) stellen dat atheïsme en secularisatie geen antwoord geven op de vraag: wat is de zin en het doel van het leven? Een geloofssysteem dat gebaseerd is op het niet geloven in iets heeft simpelweg een nihilistisch vacuüm gecreëerd, zegt Hirsi Ali.
Ze zijn aan het ontdekken wat de Duitse jurist Ernst-Wolfgang Böckenförde zestig jaar geleden verwoordde, namelijk dat het liberale secularisme niet zelf de waarden, het samenbindende ethos, kan voortbrengen op grond waarvan het kan bestaan.
De hoeksteen van die fundamenten werd gelegd door de geboorte van Jezus. Rembrandts ets van de Heilige Familie (1632) (hierboven) toont Maria die abstract voor zich uit staart terwijl ze nadenkt over de betekenis van de gebeurtenissen die haar hebben overvallen: inclusief de woorden van de engelachtige bezoekers aan haar en Jozef, en de profetieën van Anna en Simeon over ‘Gods Beloofde’, ‘de Messias’, ‘de Verlosser’ die velen zullen accepteren en anderen niet. Jozef leest, zoekt vermoedelijk in de Schriften om het drama te begrijpen waarin ook hij is meegesleurd.
Zonder de traditionele kenmerken van religieuze kunst, zoals aureolen, vrome gezichten en gevouwen handen, portretteert Rembrandt de Incarnatie als een gebeurtenis binnen de alledaagse routine van een moeder die haar kind de borst geeft.
Ze denkt na over …., maar hoe had ze zijn leven, zijn bediening, zijn lijden, zijn opstanding en zijn hemelvaart kunnen voorzien? Hoe had ze ooit kunnen denken dat Europeanen, en zelfs mensen van alle volkeren over de hele wereld, tweeduizend jaar later de geboorte van haar kind zouden herdenken?
We doen er goed aan om deze kerst samen met Maria na te denken over het mysterie dat God één van ons is geworden.
Tot volgende week,