Het kleine Saksische stadje Herrnhut, dicht bij de Duits-Poolse grens, is erkend als Werelderfgoed, samen met twee andere Moravische nederzettingen die in de 18e eeuw vanuit Herrnhut zijn gevestigd in Noord-Ierland en Pennsylvania in de VS.
Dit werd een paar dagen geleden aangekondigd tijdens de bijeenkomst van de commissie van de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie (UNESCO) in New Delhi.
De erkenning was een uitbreiding van de status van Werelderfgoed die al in 2015 aan de Moravische nederzetting Christiansfeld bij Kolding in Denemarken (1773) was verleend. En dat gold ook het transnationale netwerk van Moravische Kerknederzettingen van Herrnhut (1722), Bethlehem in Pennsylvania, VS (1741), en Gracehill in Noord-Ierland (1759).
Herrnhut zelf werd gesticht door vluchtelingen die op de vlucht waren voor de katholieke contrareformatie in Bohemen en Moravië, in wat nu Tsjechië is. Als spirituele volgelingen van de Praagse hervormer Jan Hus, die in 1415 op de brandstapel stierf, beschouwen zij zichzelf als de eerste echt protestantse kerk, nog vóór Luther.
Onder de inspirerende leiding van graaf Nicolas Ludwig von Zinzendorf, eigenaar van het landgoed waar de vluchtelingen zich vestigden, begon de gemeenschap van Herrnhut in 1732 zendelingen uit te zenden. Dat was zestig jaar voordat de baptisten-zendingspionier William Carey naar India ging. Zinzendorf droeg degenen die uitgezonden werden op “het soort personen te zijn dat anderen zou doen vragen: ‘Wat voor soort God maakt mensen zoals jij?’” Toen hij in 1760 stierf, hadden de Moraviërs meer zendelingen uitgezonden dan alle andere protestantse kerken samen: naar Groenland, Lapland, Georgia in Amerika, het Caribisch gebied, Suriname, Zuid-Afrika, India en vele andere plaatsen.
Buitengewone universele waarde
Waar ze zich ook vestigden stichtten de Moraviërs zendingsgemeenschappen, waarbij ze dienstbaarheid en eenheid tot uitdrukking brachten in hun alles-delende gemeenschappen, hun vieringen van naastenliefde en voetwasceremonies. Zij waren pioniers die geen kerkgrenzen erkenden. Hun motto was: “In essentiële zaken eenheid; in niet-essentiële zaken: vrijheid; in alles: naastenliefde”.
Elk van de nieuw erkende Werelderfgoedlocaties weerspiegelt de architectuur en stadsplanning van Herrnhut. In Christiansfeld waren de straten bijvoorbeeld net als in Herrnhut in een rasterpatroon aangelegd en omzoomd met lindebomen, aangevoerd vanuit Nederland. Hun vergaderzalen voor aanbidding en gebed hadden een volledig wit geschilderd interieur, een kenmerk van alle Moravische gemeenschappen.
Hoewel je van de UNESCO niet kunt verwachten dat ze de centrale rol van Herrnhut voor het ontstaan van de moderne protestantse missionaire beweging zal erkennen, legt de website uit dat een Werelderfgoedlocatie een culturele en/of natuurlijke plek is met een ‘buitengewone universele waarde’. Een Werelderfgoedlocatie belichaamt een culturele en/of natuurlijke waarde die zo uitzonderlijk is dat zij nationale grenzen overstijgt en ‘van gemeenschappelijk belang is voor de huidige en toekomstige generaties van de hele mensheid’.
UNESCO somt tien mogelijke criteria op voor erkenning. De nominatie voor de Moravische Kerk vestigingen gebruik maakte van de volgende:
(iii) de plek dient een uniek of op zijn minst uitzonderlijk getuigenis te belichamen van een culturele traditie of van een beschaving die leeft of verdwenen is.
(iv) …of een uitstekend voorbeeld te zijn van een type gebouw, een architectonisch of technologisch geheel of een landschap dat (een) belangrijke fase(n) in de menselijke geschiedenis laat zien.
De UNESCO-website legt uit dat elke Moravische nederzetting zijn eigen architectonische karakter had, gebaseerd op de idealen van de Moravische Kerk, maar aangepast aan de lokale omstandigheden. Samen vertegenwoordigden zij de transnationale reikwijdte en gedeelde identiteit van de internationale Moravische gemeenschap als een mondiaal netwerk van een sociaal-religieus systeem dat, ongebruikelijk voor die tijd, zeer tolerant was. Op elke plek was een actieve gemeente aanwezig, waar tradities werden voortgezet en een levend Moravisch erfgoed werd gevormd.
De voorzitter van de Duitse UNESCO-commissie, Maria Böhmer, beschreef het transnationale werelderfgoed als een ‘sterk teken’, dat culturele en spirituele uitwisseling over nationale grenzen en continenten heen symboliseert. “Ik hoop dat dit bijzondere Werelderfgoed nog lang een verbindende werking zal hebben.”
De wereld zegenen
Met de titel van een boekje dat ik in 2007 heb samengesteld, noemde ik Herrnhut ‘het stadje dat de wereld zegende’, waarin ik vertelde over de cruciale rol die het speelde bij het uitzenden van zendelingen en het inspireren van de bedieningen van anderen zoals John Wesley en Willam Carey. Het boek* werd gepresenteerd op het Festival van de Naties dat jaar, toen honderden YWAM-ers uit heel Europa samenkwamen in de stad waar de afgelopen twintig jaar nog vele honderden jonge missionarissen zijn opgeleid in het YWAM-centrum daar in de buurt, het Wasserschloss-kasteel.
Herrnhut is een regelmatige weekendstop geweest op de Continental Heritage Tours die Romkje en ik sinds 2005 leiden. We reisden dan door Duitsland naar Tsjechië in het spoor van ‘trouwe minderheden’ die het Europese verhaal hebben gevormd. Het verbindt Cyrillus en Methodius, de apostelen van de Slavische volkeren in Midden-Europa, met Jan Hus, Jan Amos Comenius (bisschop van de Oude Moravische Kerk, filosoof en pedagoog) en met Zinzendorf, Wesley en Carey.
Misschien zal de transnationale erfgoedsite op een dag verder worden uitgebreid met andere Moravische gemeenschappen, zoals het Duitse Königsveld in het Zwarte Woud, of Zeist in Nederland, waar de eerste Moravische mondiale zendingsconferentie werd gehouden.
* E-mail mij op <jefffountain@ywam.nl> voor een gratis engelse pdf-versie van dit boek.
Tot volgende week,