In de schaduw van de catastrofale verwoesting van de Kakhovka dam in Oekraïne, werd deze week een grote stap gezet door ministers van EU-leden in de richting van overeenstemming over hoe om te gaan met de miljoenen mensen die proberen veiligheid te vinden in Europa.
Hoewel velen van ons dit soort zaken graag aan de politici overlaten, zijn migratie, gastvrijheid en mensenrechten allemaal onderwerpen van Bijbels belang die raken aan het liefhebben van onze naasten. De overeenkomst zal mogelijk vorm geven aan de Europese asielstelsels voor de nabije toekomst.
De huidige migratieregels komen erop neer dat migranten asiel moeten krijgen in het eerste EU-land dat ze bereiken. Het is echter duidelijk dat de last het grootst is voor de landen aan de Europese grens. Oost- en Midden-Europeanen wilden gewoon zo min mogelijk migranten.
In het akkoord dat de ministers deze week bereikten, blijft de basisregel gehandhaafd. Als lidstaten echter over hun capaciteit heen gaan, kunnen andere lidstaten verplicht worden om migranten over te nemen. De capaciteit wordt berekend op basis van het BBP en de bevolkingsomvang.
Eerdere pogingen om het eens te worden over een gemeenschappelijk beleid mislukten in 2015, toen meer dan een miljoen vluchtelingen aan land kwamen op de kusten van de Middellandse Zee, de meesten op de vlucht voor de burgeroorlog in Syrië. Na jaren van bittere argumenten over immigratie en asielregels werd het meerderheidsakkoord van donderdag door de Zweedse minister van Immigratie, die de besprekingen in Luxemburg voorzat, als ‘historisch’ omschreven. Zweden is roulerend voorzitter van de EU tot eind deze maand, wanneer Spanje het stokje overneemt.
Veilig?
Cruciaal voor het akkoord was de steun op het laatste moment van Italië, dat samen met Griekenland en Malta het grootste deel van de migranten opvangt die vanuit Noord-Afrika naar het noorden vluchten. Deze landen eisten een ‘verplichte overplaatsing’ van migranten naar andere EU-landen om de last eerlijker te verdelen.
De overeenkomst verplicht landen om een bepaald aantal asielzoekers op te nemen of een financiële bijdrage van €20.000 te betalen voor elke migrant die een lidstaat zegt niet te kunnen opvangen. De betalingen gaan naar een gemeenschappelijk EU-fonds om projecten in niet-EU-landen te financieren die de diepere oorzaken van migratie aanpakken.
Ook moeten asielprocedures aan de Europese grens binnen 12 weken worden afgehandeld, in plaats van de aanvankelijk voorgestelde 15 maanden. Als de aanvraag wordt afgewezen, moeten de asielzoekers onmiddellijk worden gerepatrieerd.
Het akkoord over de “solide gekwalificeerde meerderheid” kwam er toen de definitie van “veilige” landen waar afgewezen aanvragers naartoe gestuurd kunnen worden, aan de afzonderlijke landen werd overgelaten. Volgens het ontwerpprotocol moet er een “band” bestaan tussen de afgewezen asielzoeker en het “veilige derde land”. Dat betekent dat de migrant in dat land moet hebben “verbleven” of zich er moet hebben “gevestigd” of er familie moet hebben.
Voor Duitsland, dat voorop liep bij het bereiken van een akkoord over ‘een solidariteits-mechanisme’ voor migratie, waren het accepteren van snelle asielprocedures aan de Europese grenzen en ‘losse’ definities van ‘veilige’ landen moeilijke concessies. Een teleurgestelde Duits minister van Buitenlandse Zaken legde uit dat zo’n compromis moest worden gesloten om te voorkomen dat iedereen die weer ” nationale muren in Europa wil optrekken” een vrijbrief zou krijgen. Tegen het compromis stemmen zou betekenen dat “een gemeenschappelijk Europees asielbeleid gebaseerd op solidariteit weer voor jaren dood zou zijn.”
Hongarije, waarschijnlijk het EU-lid met het sterkste antimigrantenstandpunt, was voorspelbaar tegen het compromisakkoord. Ook Polen, dat al meer dan een miljoen Oekraïense vluchtelingen heeft opgevangen na de invasie van Rusland, gaf aan dat het zou weigeren “boetes” van de EU te betalen voor het niet opnemen van mensen.
Doorbraak
Binnen de dynamiek van de EU-processen werd het meerderheidsbesluit alom gezien als een belangrijke doorbraak in de richting van vertrouwen en samenwerking. Maar, zoals een Italiaanse ambtenaar opmerkte, dit was een vertrekpunt en geen aankomstpunt. De overeenkomst tussen de EU-ministers moet nu worden goedgekeurd in het Europees Parlement, waar veel leden van het Europees Parlement nog steeds een verplichte uitzetting eisen. Het eindresultaat zal niet iedereen bevallen, maar we kunnen bidden voor vooruitgang in de richting van meer rechtvaardige en humane processen.
Om een menselijk gezicht te geven aan de individuen en families die getroffen worden door dergelijke politieke keuzes, opende dit weekend een fototentoonstelling in Look Up Amsterdam Gallery, met het werk van fotojournalist Kate Schoenbach en onderzoeker Dr. Noemi Mena Montes. Zij onderzoeken de betekenis van een ’thuis’ voor vluchtelingen aan de hand van interviews met migranten in kampen in Griekenland, Libanon en Jordanië. De tentoonstelling bevat het volgende citaat van een Jemenitische vluchteling: “Thuis is waar mijn ouders zijn, waar mijn vrouw is, waar mijn kinderen zijn, waar vrede is. Thuis kan iemand zijn, of ergens. Thuis is waar ik me geliefd, veilig en geborgen voel.”
(Foto hierboven door Kate Schoenbach)
Tot volgende week