De Russische propaganda dat Vladimir Poetin het christendom ‘beschermt’ tegen satanisme en neonazisme staat haaks op betrouwbare rapporten uit talloze bronnen over de brute en meedogenloze vervolging van christenen in de bezette Oekraïense gebieden.
Om zijn op handen zijnde ‘speciale operatie’ tegen Oekraïne te rechtvaardigen, zei Poetin in februari 2022: “De omverwerping van geloof en traditionele waarden en de onderdrukking van vrijheid (in Oekraïne!!) lijken op een ‘omgekeerde religie’ – puur satanisme.”
Sommige westerse politici, van de Republikeinse congresvrouw Greene tot de Hongaarse premier Orban, steunen openlijk Poetins zogenaamde kruistocht om het ‘christendom te redden’. Hun moedwillige blindheid wordt blootgelegd door talloze verhalen over kerkgebouwen die systematisch worden vernietigd of zwaar beschadigd; en, erger nog, over sadistische martelingen, verkrachtingen, gevangenneming, ontvoering, moord en verdwijning van kerkleiders – waaronder pastors, priesters, bisschoppen en diakens.
Zelfs vóór de grootschalige Russische invasie werden systematische schendingen van de godsdienstvrijheid gepleegd in de Volksrepubliek Luhansk (LNR), in de Oekraïense regio Luhansk, die zich in mei 2014 onafhankelijk verklaarde na de bezetting van de Krim. Een wet die in 2018 werd aangenomen, stond de autoriteiten toe om “alle niet-orthodoxe religieuze gemeenschappen te discrimineren”.
Het was een voorbode van wat komen ging. Sinds de invasie zijn er meer dan 600 religieuze gebouwen beschadigd of vernietigd door gerichte Russische raketten, zelfmoorddrones, artillerieaanvallen en ander geweld. De Oekraïense Pinksteren-, Evangelische- en Baptisten-gemeenten en de Zevende-dags Adventisten zijn allemaal het doelwit geweest als ‘extremisten’. Meer dan honderd Koninkrijkszaalen van de Jehovah’s Getuigen zijn beschadigd. Alle protestantse en niet-orthodoxe kerken werden kort na de verovering van Mariupol verboden.
Speciale rapporteurs van de Verenigde Naties hebben de Russische autoriteiten schriftelijk hun “ernstige bezorgdheid geuit over de vermeende gedwongen verdwijningen en martelingen… van geestelijken in de bezette gebieden”. Russische autoriteiten hebben niet geantwoord.
Verborgen wortels
Deze week, in een online gebedssessie vanuit Oekraïne met JmeO collega’s, werd onze aandacht gevestigd op de vervolgde kerken in de bezette gebieden voor gebed. Terwijl we vroegen hoe we voor de vervolgde kerk konden bidden, herinnerde ik me een artikel dat ik onlangs gelezen had over een Australische landbouwkundige die herbebossing stimuleert in de Sahel regio in Afrika. Samen met lokale boeren heeft hij in 40 jaar 50.000 vierkante kilometer bos herbebost – zonder ook maar één boom te planten.
De agronoom realiseerde zich dat er in de meest droogtegevoelige gebieden ter wereld nog bijna onzichtbare ondergrondse bossen leefden. Verborgen wortels en zaden van vroegere bomen of bestaande struiken bleven onder de grond. Als deze wortels systematisch gesnoeid, beschermd en verzorgd werden, zouden ze uiteindelijk uitgroeien tot bomen. De bomen zouden op hun beurt de landbouw helpen en het levensonderhoud van de mensen verbeteren. Ze brachten hoop.
Wat weer een andere associatie teweegbracht.
Beantwoord gebed
Tijdens de Dertigjarige Oorlog werd een groot deel van Midden-Europa verwoest door de langdurige strijd tussen de krachten van de Reformatie en de Contrareformatie. Bij de Slag op de Witte Berg, net buiten Praag in 1620, sloeg het katholieke Huis Habsburg een opstand van de protestantse edelen neer. Bohemen en Moravië, dat het huidige Tsjechië overlapt, kwamen stevig onder katholieke controle.
Comenius, een 26 jaar oud leraar toen de oorlog uitbrak in 1618, was lid van de Unitas Fratrum (de Moravische Broeders), de kerk die was gevormd door volgelingen van Jan Hus. Na 1620, moesten de Broeders ondergronds gaan, het land verlaten, gedood worden…of bekeren tot de Katholiek geloof. Comenius moest verschillende keren vluchten voor vijandige soldaten. Hij verloor zijn vrouw en kind en al zijn geschreven manuscripten.
In 1628, leidde Comenius een kleine groep vluchtelingen over de bergachtige grens naar Polen. Terwijl ze stopten om een laatste blik op hun thuisland te werpen, bad Comenius voor God om een ‘verborgen zaad’ in dat land te bewaren dat op een dag vrucht zou voortbrengen.
Comenius en zijn groep vluchtelingen vestigden zich in Lissa (Lezno), Polen, waar hij werd gewijd als bisschop van de Unitas Fratrum. Hij hertrouwde en ging verder met het ontwikkelen van zijn ideeën over onderwijs. Hij zou uiteindelijk erkend worden als ‘de vader van het moderne onderwijs’. Maar opnieuw dwong de oorlog Comenius om uit Lissa te vluchten. Uiteindelijk vond hij onderdak in Amsterdam, waar hij in 1670 stierf.
Zijn gebed om het ‘verborgen zaad’ werd echter zo’n vijftig jaar na zijn dood verhoord. Meer vluchtelingen uit Moravië en Bohemen vonden hun weg over de grens naar Saksen, in het huidige Duitsland. Daar groeiden ze onder leiding van graaf von Zinzendorf uit tot de zendingsgemeenschap Herrnhut, die in 1732 zendelingen uitzond aan het begin van de moderne protestantse zendingsbeweging.
“Heer, bewaar verborgen zaden in de bezette gebieden van Oekraïne die op een dag vruchten zullen voortbrengen!”
Tot volgende week,