De komende week zullen Europese landen het einde van de Tweede Wereldoorlog op verschillende manieren herdenken.
Nederland, bijvoorbeeld, zal op dinsdag 4 mei in het hele land plechtige ceremonies houden om degenen die hun leven verloren te herdenken. In Amsterdam zullen de koning en de koningin – zonder het gebruikelijke publiek – kransen leggen bij het Dam-monument tegenover het paleis. De volgende dag vieren de Nederlanders de bevrijding die door Canadese, Amerikaanse, Poolse en Britse troepen werd gebracht, met ingehouden uitbundigheid onder Covid-beperkingen.
De Letten, Litouwers en Esten hebben weinig te vieren toen op 8 mei in 1945 de ene bezetter eenvoudigweg werd vervangen door de andere. Zij zetten zich schrap voor de luidruchtige vieringen de volgende dag, wanneer etnisch Russische inwoners toeterend door de straten rijden en met Russische vlaggen zwaaien.
Beelden van zegevierende soldaten die chocolaatjes, sigaretten en kusjes uitdelen blijven in onze verbeelding hangen (althans in West-Europa) als beelden van het einde van de gevechten en het begin van een zalige vrede. De werkelijkheid was echter heel anders.
De euforie maakte snel plaats voor de vreselijke nasleep van geweld en verkrachting, verraad en ontrouw, afwijzing en bedrog. Bitterheid en wraak regeerden nog steeds in vele harten. Zoals een soldaat tegen het einde van 1945 schreef: “De bloedige veldslagen zijn voorbij, maar de echte strijd van het leven is nog maar net begonnen.
De oude wereld was vernietigd. Een nieuwe moest nog worden herbouwd. Dit was het jaar nul.
Bronzen goden
Ian Buruma heeft een geschiedenis van 1945 geschreven met die titel: ‘Year Zero’. Aan de hand van honderden ooggetuigenverslagen en persoonlijke verhalen onthult hij de afschuwelijke omstandigheden waaronder miljoenen gedesoriënteerde Europeanen, in oost en west, in wanhoop, angst, honger en ontbering bleven leven.
Zijn ontnuchterende beschrijvingen helpen onze huidige ontberingen in perspectief te plaatsen.
Niet alleen werden de moffenhoeren, vrouwen die beschuldigd werden van ‘horizontale collaboratie’ met de nazi’s, naakt uitgekleed, haren afgeschoren, geteerd, in de veren gestoken en door de straten geparadeerd; ook verbroederaars met geallieerde bevrijders – die hen in hun frisse uniformen als bronzen goden voorkwamen – kregen een soortgelijke behandeling van Nederlandse jongeren, die zich verstoten en vernederd voelden na jaren van onderduik of dwangarbeid in Duitse fabrieken.
Een populair liedje na de oorlog luidde:
‘Maar zo menig Hollands meisje gooide dra haar eer op straat, voor een doosje cigaretten en een stukje chocola’
‘Want geen Nederlandse jongen kijkt je dan nog even aan…’.
Een groot deel van Europa bleef nog jaren bezet door miljoenen alleenstaande soldaten – in het oosten meer dan vier decennia lang. In de naoorlogse chaos, waar medische voorzieningen schaars waren en slechte hygiënische omstandigheden heersten, stegen de cijfers van de geslachtsziekten. In Berlijn waren de Ruinenmäuschen, ‘muizen in de puinhopen’, meisjes en vrouwen die in de schaduw van het puin leefden en zichzelf aan soldaten verkochten voor geld, voedsel en sigaretten.
Honger achtervolgde de Nederlanders tijdens de laatste winter van de oorlog. De Zuiderkerk in Amsterdam, vlak bij waar ik zit te schrijven, werd een mausoleum met stapels lichamen die niet in de bevroren grond konden worden begraven. Overal op het continent en zelfs in het zegevierende Groot-Brittannië werd de bevolking geteisterd door honger en kou. Lang na V-E Day sliepen veel Britten nog in Londense metrostations zonder voedsel of warmte. Een bezoeker beschreef Milaan als “een stukje van de hel; bloedeloze, ondervoede mensen, gekleed in elke oude lap die hun huid maar kon beschermen”. Een ander beschreef de inwoners van Boedapest als “skeletachtig dun als de schetsen van de menselijke vormen die men in anatomieboeken aantreft, zonder enig vlees en vet.
Schaamte
Wraak was een menselijke maar destructieve realiteit van deze naoorlogse maanden. Soldaten van het Rode Leger die Duitsland binnenkwamen, lazen verkeersborden in het Russisch met de tekst: “Soldaat, je bent in Duitsland; neem wraak op de ‘Hitlerieten’. Maarschalk Zhukovs orders luidden: ‘Wee het land van de moordenaars. Wij zullen onze vreselijke wraak voor alles krijgen. De Sovjettroepen kregen toestemming om Duitse vrouwen te verkrachten voor de ogen van ontmande ex-krijgers van het “meesterras”, zoals Buruma het uitdrukte, waarmee vernedering met vernedering werd vergolden.
Massale verbanningen en volksverhuizingen na de besluiten van de Grote Drie in Jalta in februari 1945 brachten miljoenen mensen nog meer ellende: Duitsers die uit Silezië in Polen of uit Sudetenland in Tsjecho-Slowakije wegtrokken; Polen, Slovenen, Kroaten, Serviërs, Russen, Oekraïners, Wit-Russen en nog veel meer etnische groepen. Overlevende Joden die naar huis terugkeerden, vonden voor zichzelf een onverwachte schande, vooral voor degenen die hun huizen en bezittingen hadden afgenomen. Ook terugkerende krijgsgevangenen en degenen die in Duitsland dwangarbeid moesten verrichten, werden geconfronteerd met afwijzing en schaamte.
Voeg bij dit alles de angst voor de toenemende agressie van Stalin en het wordt duidelijk dat het naoorlogse Europa leed aan een ernstig geval van posttraumatische stressstoornis. Op welke basis kon een nieuw Europa worden opgebouwd? Hoe konden de democratie en de rechtsstaat worden hersteld?
Amerikaanse steun via initiatieven als het Marshallplan, de VN en de NAVO waren van vitaal belang – maar niet voldoende. Vergeving en verzoening tussen Europeanen, vooral tussen Duitsers en Fransen, was essentieel.
Dat is een verhaal voor volgende week.
P.S. Niet missen: hier onder treft u twee uitnodigingen voor Engelstalige activiteiten.
From the Look Up Centre, Romkje talks about lessons learnt from working with Corrie ten Boom; https://www.eventbrite.nl/e/corrie-ten-boom-and-me-tickets-152090836787 or YouTube: https://youtu.be/Y4A65zTS8oQ