Aan God doen in Brussel?

juni 12, 2021

Veel christenen vragen zich af of God nog welkom is in Brussel. 

Per slot van rekening, was Hij niet buiten het Verdrag van Lissabon gehouden? Promoot de EU niet zogenaamde ‘Europese waarden’ indruisend tegen het christendom? Is het niet waar dat de EU ‘niet aan God doet’? Zouden christenen zich niet moeten distantiëren van dit ‘toenemend seculiere’ project? Wat heeft het evangelie überhaupt met politiek te maken?

Julia, Christel en Arie, drie van mijn helden die samen in de afgelopen 28 jaar in Brussel hebben gewerkt, zouden betwijfelen of terugtrekking wel de juiste reactie zou zijn. Gods goede nieuws, zouden zij aanvoeren, brengt licht in de donkerste uithoeken.

Als opeenvolgende vertegenwoordigers van de Europese Evangelische Alliantie (EEA) waren zij in Brussel een stem voor Europa’s evangelische christenen, nu geschat op een aantal van 23 miljoen. Dat zijn nogal wat mensen. Meer dan de hele Nederlandse bevolking; de helft van het inwonertal van Spanje.

In de Schuman Talk van deze maand spraken we over hun werk, het volgen van de besluitvorming en politieke trends in het hart van de Europese instituties. In 1991 was Julia Doxat-Purser een jonge stagiaire. Ze werkte voor een oecumenische organisatie en ze serveerde drinken in een bijeenkomst waar Jacques Delors, een vrome rooms-katholiek en destijds voorzitter van de Europese Commissie, dringend bijstand verzocht van kerkelijke leiders om hem te helpen een ziel voor Europa te vinden. “En daarmee bedoel ik spiritualiteit en zin”, had hij verduidelijkt.

Julia maakte zich zorgen. Terwijl veel geloofsrichtingen en ideologieën in Brussel actief waren om voor hun belangen te lobbyen, ontbraken de evangelischen. En zo begon ze te bidden dat ‘evangelischen zouden komen opdagen’, zoals ze het omschrijft. “Het volgende wat er gebeurde”, vertelde ze me, “was dat jij langskwam.”

Een schoongeveegd huis

Want in 1991 was ik met het Europese JmeO-leidersteam in Brussel om meer te leren over de Europese Gemeenschap. Ik was me bewust geworden van de noodzaak dat evangelische leiders zouden horen wat wij net hadden gehoord: hoe de wederopbouw van het naoorlogse Europa was begonnen met een aangrijpend verhaal over christelijke vergeving en verzoening met de sleutelfiguren Robert Schuman en Konrad Adenauer. “Waarom hebben we dat verhaal niet eerder gehoord”, vroeg ik mezelf daar af.

Mijn Brusselse JmeO-collega Jan-Piet kende precies de persoon om te helpen een overleg te organiseren. Julia. En zo kwamen in 1992 met haar steun zo’n vijftig leiders samen tijdens Europa92 om na te denken over christelijke verantwoordelijkheid voor de toekomst van Europa. Sir Fred Catherwood, vice-voorzitter van het Europese Parlement en een belangrijke stem onder de Britse evangelicalen, zei dat Europa was schoongeveegd van het fascisme en het communisme van de voorgaande vijftig jaar. Het zou de verantwoordelijkheid van christenen zijn om er zeker van te zijn dat het geestelijke vacuüm niet zou worden achtergelaten voor de terugkeer van zeven nog ergere demonen. 

In antwoord op deze uitdaging werd in Brussel een sociaal-politiek kantoor van de EEA geopend. Het werd in de eerste twaalf jaar geleid door Julia. Het betekende niet dat de EEA pro-EU was. Haar leden omvatten een breed spectrum aan visies. Zoals Julia het omschrijft, of je van de EU houdt of niet, het is een politiek instituut dat alle lidstaten beïnvloedt. Ze wijst erop dat Delors initiatief om de kerkelijke leiders te ontmoeten, nu is vastgelegd als artikel 17 van het Verdrag van Lissabon (maar dat God erbuiten liet). Het garandeert ‘een open, transparant en geregelde dialoog tussen de EU-instituten en kerken, religieuze genootschappen en filosofische en niet-confessionele organisaties’.

Wereld Vluchtelingenzondag

Julia: ‘We proberen de EU aan te moedigen wanneer ze goed doet. We moedigen hen aan om op sommige gebieden meer te doen, zoals dat van godsdienstvrijheid. Af en toe proberen we een halt toe te roepen aan wat slecht is. We sprongen in bij het ontwerp voor een overwegend goede, nieuwe werkgelegenheidsrichtlijn voor anti-discriminatie op de werkvloer. Maar er was een uitzondering nodig voor kerken, zodat benoemde voorgangers ook werkelijk gelovig zouden zijn. Na veel lobbyen van onze kant kwam die uitzondering er.”

In 2006 nam Christel Ngnambi Julia’s taak over om evangelischen aan te moedigen als Europese burgers hun stem te laten horen in de vele democratische beraadslagingen in Brussel: migratie, armoede, milieu en godsdienstvrijheid voor iedereen. Christel lobbyde sterk voor het Internationale handvest voor geweten om tegenspel te bieden aan de trend om religie buiten de publieke ruimte te houden. Het was een breed ontvangen document dat voor Christel veel deuren opende om met ambtenaren over geloof te praten. Samenwerkend met andere christelijke en seculiere organisaties hielp hij de EPRID op te richten, het Europese Platform over Religieuze Intolerantie en Discriminatie. 

Arie de Pater volgde in 2017 Christel op en hij kwam meteen volop terecht in allerlei projecten, waaronder die rond migratie en mensenhandel. Momenteel is hij betrokken bij godsdienstvrijheid in Algerije en Turkije, en ook bij de aanstelling van een Europese gezant voor godsdienstvrijheid.

Op dit moment werkt Arie aan de voorbereiding voor de Wereld Vluchtelingenzondag, op 20 juni, om aandacht te vragen voor de 80 miljoen mensen die wereldwijd van huis en haard verdreven zijn. Onder het thema ‘Omarm’ richt deze dag zich dit jaar op de christelijke oproep om hen te omarmen die buitengesloten zijn, op de manier zoals Jezus mensen ontving die waren buitengesloten. Arie lobbyt in de EU-wandelgangen actief voor een politiek van mededogen namens de velen die verkommeren in kampen aan de grenzen van Europa.

Petten af voor jullie, Julia, Christel en Arie, voor ‘aan God doen’ in Brussel!

Klik hier voor informatie. Diplomawaardering mogelijk.

Tot volgende week,




Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *