Is het eigenlijk niet raar dat de dood van een oude man in het zuiden van Turkije bijna 1700 jaar geleden, zoveel verwachting en opwinding teweeg brengt onder Europese kinderen in 2021? Komende maandag, 6 december, is het feest van Sint Nicolaas, de dag dat de heilige stierf in Myra, Turkije, A.D. 343.
Voor Nederlandse kinderen is Sint Nicolaasavond, 5 december, een hoogtepunt in het jaar. Het krijgen van cadeautjes en plezier hebben op ‘pakjesavond’ is de climax na weken van verwachting, want de sint en zijn assistent zwarte piet (oeps, we mogen hem niet meer zwart noemen) ‘arriveerde’ al in november per boot vanuit Spanje in Nederland.
Op maandag 6 december komen in de kinderen in België, Luxemburg en Noord-Frankrijk aan de beurt. Sint Nicolaas is ook welbekend in delen van Duitsland en Oostenrijk (Sankt Nikolaus), Zwitserland (Samichlaus), Italië (San Nicola), Bosnië en Herzegovina, Kroatië en Servië (Sveti Nikola), Slovenië (Sveti Miklavž) en Griekenland (Agios Nikolaos).
Hij is de beschermheer van veel steden en zelfs landen, zoals Moskou en Rusland, Amsterdam en Aberdeen, Limerick en Liverpool. Hij lijkt ieders favoriete heilige te zijn geweest: van kooplieden en zeelui, pasgetrouwden en rechters, boogschutters en dieven, kinderen en studenten tot oude vrijsters en gevangen moordenaars.
En hij is van oorsprong eveneens Santa Claus, alias Father Christmas, die deze maand overal op de wereld aanwezig zal zijn om de kerstuitgaven op te peppen (per slot van rekening is hij de beschermheilige van kooplui). De metamorfose van Sinterklaas tot Santa Claus vond plaats nadat de Engelsen Nieuw Amsterdam hadden overgenomen, de Nederlandse buitenpost aan de monding van de Hudson. Ze veranderden de naam van de nederzetting in New York en die van Sinterklaas in Santa Claus. Het geven van cadeaus werd verplaatst naar 25 december, Kerstmis.
Zwart?
Sint Nicolaas woonde feitelijk in het oude Myra, tegenwoordig Demre, in Zuidwest-Turkije – niet in Spanje, noch op de Noordpool. Op zijn reis naar Rome zette Paulus in Myra voet aan wal, samen met zijn medegevangenen en Julius de centurio. Ze gingen er aan boord van het Alexandrijnse schip dat bij Malta schipbreuk leed (Handelingen 27:5,6). Op zijn derde reis legde Paulus kort aan in Patara, juist ten westen van Myra, op de terugreis naar Jeruzalem (Handelingen 21:1).
Patara is de plaats waar Nicolaas, of Niko-laos (‘overwinning van het volk’) werd geboren, waarschijnlijk laat in de derde eeuw. Sommigen zeggen dat hij de zoon was van zeer rijke, zwarte Anatoliërs uit het oude Romeinse Rijk. (Lees je dat: zwart! Misschien hebben we het verhaal totaal verkeerd begrepen. Misschien was Sinterklaas wel net zo zwart al zijn helper!) Volgens overlevering stierven zijn ouders in een epidemie terwijl hij nog jong was. Hij schijnt al op jonge leeftijd een gelovige te zijn geweest. Op jeugdige leeftijd maakte hij een pelgrimstocht naar Egypte en Palestina.
Terug in Myra werd hij bisschop van de havenstad en al gauw werd hij algemeen bekend om zijn vrijgevigheid aan de armen, geïnspireerd door het onderwijs van Jezus. Een legende vertelt dat hij een buidel met gouden munten naast de haard gooide van een arme man die zich voor zijn dochters geen bruidsschat kon veroorloven. Samen met andere bisschoppen werd Nicolaas gevangen gezet tijdens de christenvervolging onder keizer Diocletianus rond 303. Vrijgelaten nadat Constantijn Keizer was geworden, wordt gezegd dat hij het historische concilie van Nicea heeft bijgewoond en de daar in 325 tot stand gekomen geloofsbelijdenis mede heeft ondertekend.
Bari (Zuid-Italië) beweert sinds 1087 een speciale relatie met Nicolaas te hebben, toen zeelieden zijn lichaam van het Byzantijnse Myra naar Italië ‘overzetten’, ondanks protesten van de lokale, orthodoxe monniken. Ze geloofden dat daarmee de christelijke relikwieën redden van de binnenvallende islamitische Seltsjoeken. Bovendien, Nicolaas was zelf aan hen verschenen in een visioen en had gezegd dat hij in Bari ten ruste wilde worden gelegd. Wie kon daar nog iets tegen inbrengen?
Het lichaam van Nicolaas arriveerde te midden van een feestende menigte op 9 mei van dat jaar. Tot op vandaag de dag wordt zijn aankomst nagespeeld met een vloot van schepen, vuurwerk en een straatoptocht met een levensgrote Sint Nicolaas. De feestelijkheden culmineren in een bijeenkomst in de 12de eeuwse Romaanse basiliek, gebouwd om zijn relikwieën in te bewaren en waar afbeeldingen van de heilige duidelijk Nicolaas’ zwarte huid tonen.
Spanje?
Maar hoe werd onze Sinterklaas/Santa Claus/Father Christmas zo bleek? En waarom vertellen Nederlandse ouders dat de sint uit Spanje komt? Dat is nogal ingewikkeld. Waarschijnlijk heeft het te maken met de Spaanse heersers Karel V en Philips II, die Zuid-Italië – en dus Bari – inlijfden en daarmee het feest naar het Westen exporteerden. Spaanse zeelieden hebben het verhaal mogelijk weer aan Nederlanders geïntroduceerd.
Intussen terug in Noord-Europa, werd het feest vermengd met elementen van de Germaanse god Wodan (of Odin), die op een wit paard door de lucht reed. De definitieve, hedendaagse Santa Claus kwam tot stand aan de overkant van de Atlantische Oceaan, nog voordat Coca-Cola in 1931 ging adverteren met een jolige, dikke figuur, gekleed in het rood-wit van het bedrijf en het product ervan drinkend. Al in 1923 debuteerde White Rock Whiskey in Life Magazine met een gelijk uitziende Santa Claus die de kerstpost leest.
Wat allemaal ver verwijderd is van de oorspronkelijke, vrome bisschop van Myra, wiens vrijgevigheid aan de armen een rechtstreekse gehoorzaamheid was aan het onderwijs en het voorbeeld van zijn Heer Jezus.