Het bekende kerstverhaal was dit jaar bijzonder actueel, met associaties met actuele krantenkoppen.
Passages voorgelezen of voorgedragen door kinderen in kersttoneelstukken; door vertellers in speciale kerstdiensten; of door vrijwilligers die engelen, koningen, wijzen en herders speelden tijdens kerstwandelingen door stadswijken, herinnerden ons eraan dat het kindje Jezus ook met zijn ouders moest vluchten als vluchteling voor de moorddadige bedoelingen van een meedogenloze heerser. Net als miljoenen mensen over de hele wereld vandaag.
Elke keer dat ik de lezing van Lucas hoofdstuk 2 volgde, sprong het woord ‘Syrië’ voor mij van de pagina: Dit was de eerste volkstelling die plaatsvond toen Quirinius gouverneur van Syrië was (vers 2). Ik had het geboorteverhaal nog niet eerder in verband gebracht met Syrië. Als gouverneur was Quirinius verantwoordelijk voor het taxeren van de provincie Judea. Dit was de context van de zeer ongemakkelijke reis die Jozef en de aanstaande Maria naar Betlehem moesten maken. Het decreet zou vanuit Damascus zijn uitgevoerd.
Deze week vierden Syrische gelovigen – van een van de oudste christelijke gemeenschappen ter wereld – Kerstmis met een mengeling van angst en hoop nu hun dictator zelf is gevlucht. Hun angst voor het verleden van de islamistische rebellen die nu de macht in handen hebben, werd vermengd met de hoop dat de HTS hun belofte om verschillende religieuze tradities te respecteren, zouden nakomen.
Rechtvaardigheid?
Het verslag van Mattheüs over de ‘Afslachting van de Onnozele-Kinderen’ (Mattheüs 1:16-18) wordt echter meestal weggelaten uit onze kerstvertellingen. Het verstoort de warme, harmonieuze en vredige sfeer die we proberen te creëren. Toch wordt het dit weekend vereerd in orthodoxe, katholieke, lutherse en anglicaanse liturgieën. De gruwelijke details van deze barbaarse poging van een tiran die wanhopig aan de macht wilde blijven – om een potentiële rivaal uit te schakelen – weerspiegelen de huidige realiteit voor de 365 miljoen gelovigen wereldwijd die, zo vertelt Open Doors ons, te maken hebben met ‘hoge mate van vervolging en discriminatie’.
Dat macabere verhaal deed me denken aan de beschimpingen van Maccabi-voetbalfans vorige maand aan het adres van (pro-) Palestijnen in de straten van Amsterdam, slechts een paar honderd meter bij ons vandaan: “Geen baby’s meer in Gaza!” Netanyahu’s meedogenloze Gazabeleid was op zijn beurt een reactie op het gruwelijke bloedbad van Hamas op 7 oktober. Maar zoals de Israëlische schrijver David Grossman zich afvraagt, hoe kunnen mensen die geloven dat mensen naar Gods beeld zijn geschapen, dat beeld vertrappen? De winnaar van de Man Booker Prize waarschuwt dat de Israëlische premier, in zijn wanhoop om uit de gevangenis te blijven, zijn land naar een dictatuur leidt, omringd door degenen ‘die het kwade goed en het goede kwaad noemen’.
De wereld verwacht veel van het Joodse volk dat de mensheid de ethiek van rechtvaardigheid heeft geschonken. Maar vandaag de dag, betoogt Grossman, “is de echte strijd niet tussen Arabieren en Joden, maar tussen mensen aan beide zijden die ernaar streven om in een vreedzaam, eerlijk partnerschap te leven en mensen – aan beide zijden – die zich voeden met haat en geweld”.
Vrede?
Na twee millennia van voortdurende oorlogen en geruchten over oorlogen zijn we misschien geneigd om cynisch te doen over de verwijzingen naar vrede in Zacharia’s Lied (... leid onze voeten op het pad van vrede, Lucas 1:79) en de hymne van de engelen (… op aarde vrede aan wie zijn welbehagen ten deel valt, Lucas 2:14). Maar ondanks alle schuld die ‘religie’ krijgt voor oorlogen en strijd, is de invloed van de leer van de baby van Bethlehem over het liefhebben van God en de naaste ongeëvenaard; het Rode Kruis, de Conventie van Genève en de Europese verzoening en integratie zijn hiervan concrete voorbeelden.
De profetie van Zacharia (Lucas 1:78,79), “.. waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons omgezien heeft, om te verschijnen aan hen die gezeten zijn in duisternis en schaduw van de dood, en om onze voeten te richten op de weg van de vrede.”, doet me denken aan de Oekraïners. Ze leven in duisternis en hun nutsnetwerken worden voortdurend aangevallen door de zoveelste meedogenloze despoot die zich wanhopig vastklampt aan de macht. Die prins der duisternis houdt ook zijn eigen volk in duisternis.
Het leven in de schaduw van de dood begon niet pas in februari 2022 voor de Oekraïners. Toen ze met de ‘Oranje Revolutie’ van 2005 en de ‘Revolutie van de Waardigheid’ van 2014 (rondom Onafhankelijkheidsplein) verantwoordelijkheid begonnen te nemen voor hun eigen leven, identiteit en toekomst, wist Herodes van het Kremlin dat hij niet kon tolereren dat Oekraïne met succes waarden als vrijheid, solidariteit, gelijkheid, tolerantie en vrede zou modelleren. Dat zou op den duur zijn eigen kaartenhuis doen instorten – misschien op een dag net zo plotseling als dat van zijn Syrische protégé.
Blijven we bidden voor de vervulling van Maria’s profetische lofzang (Lucas 1:51-53):
Hij heeft hen die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart, uiteengedreven. Hij heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen heeft Hij verhoogd.
Tot volgende week,