Een koninklijke verontschuldiging

juli 2, 2023

Langzaam en pijnlijk dringen de onafgemaakte zaken van het Nederlandse slavernijverleden door in het collectieve geweten van de Nederlandse bevolking.

De toespraak van Koning Willem-Alexander op het Keti Koti (gebroken ketenen) Festival in het Amsterdamse Oosterpark, ter ere van het einde van de slavernij in het Caribisch gebied en Suriname, werd vandaag met spanning afgewacht door afstammelingen van voormalige ‘tot slaaf gemaakte’ Afrikanen en Aziaten. Durven ze te hopen dat hij in de voetsporen treedt van premier Mark Rutte die afgelopen december namens de Nederlandse regering ‘excuses’ uitsprak voor betrokkenheid bij slavernij, een ‘misdaad tegen de menselijkheid’?

Verwachtingen en emoties werden aangescherpt na de onthulling vorige maand van een koninklijk onderzoek, dat het Huis van Oranje met het equivalent van meer dan € 500 miljoen naar de geldswaarde van nu profiteerde van slavernij in de Nederlandse koloniën van 1675 tot 1770.

Festivals met Caribische muziek en dans in verschillende Nederlandse steden markeren dit weekend de 150e verjaardag van het einde van de slavernij in Nederlands West-Indië op 1 juli 1873. Ze luiden ook het begin in van het Slavernijherdenkingsjaar, om aan te zetten tot reflectie op deze geschiedenis en de bijbehorende erfenis van institutioneel racisme.

Officieel werd de slavernij afgeschaft in 1863. Toch werden de ‘tot slaaf gemaakten’ gedwongen hun meesters nog eens tien jaar te dienen als compensatie voor de verliezen van de slavenhouders!

Ter vergelijking: de slavenhandel in het Britse rijk werd in 1807 afgeschaft. De meeste slaven in de Britse koloniën werden echter pas in 1838 vrijgelaten – en pas nadat slaveneigenaren in plaats van de slaven zelf (volgens dezelfde verwrongen logica) financiële compensatie ontvingen van de overheid. 

De beschamende erfenis van slavernij wordt gedeeld door zowel protestantse als katholieke landen in Europa, waaronder Denemarken, Zweden, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Portugal. Nederland was een van de laatste westerse landen die een eind maakte aan de slavernij die stilletjes en in sommige gevallen uitgesproken nog werd onderschreven door de meeste kerken van die tijd.

Als het gaat over slavernij ontstaat er in Britse evangelische kringen nog weleens een gevoel van trots dat William Wilberforce – ‘one of us’ – tegen alle tegenstand in vocht om de handel in menselijke vracht af te schaffen. Vervolgens vocht hij de rest van zijn leven om de slavernij zelf te beëindigen. Slechts drie dagen voor zijn dood in 1833 stemde het Lagerhuis voor de emancipatie van alle slaven in het Britse rijk.

Er was echter geen Nederlandse Wilberforce. Nederlandse zeehelden en hooggeplaatsten hielden zich intensief bezig met zowel de handel als de inzet van de ‘tot slaaf gemaakten’. [Het huidige spraakgebruik in Nederland gebruikt de term ’tot slaafgemaakte’ in plaats van ‘slaven’ om te benadrukken dat slaaf zijn niet de essentiële identiteit van die persoon was.] 

Vrijheid en tolerantie?

De regenten van Amsterdam en andere Nederlandse steden beheersten de koloniale compagnieën, de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) en de WIC (West-Indische Compagnie). Deze ontdekten of veroverden gebieden in Azië, Afrika, Zuid-Amerika en de Caraïben om slavenplantages op te zetten voor de productie van koffie, katoen, tabak, suiker, specerijen, thee, indigo en andere goederen die tijdens de zogenaamde ‘Gouden Eeuw’ vanaf de 17e eeuw naar Nederland werden vervoerd.

Van 1578 (toen de stad protestant werd) tot 1665 groeide de Amsterdamse bevolking in aantal (van 30.000 naar 160.000), in welvaart en in omvang. De stad breidde zich uit in concentrische halfronde grachten omzoomd met luxe herenhuizen voor de elite, die sinds 2010 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan.

Terwijl de reputatie van de stad voor vrijheid en tolerantie filosofen en vluchtelingen aantrok, werd dat niet ervaren door de naar schatting 135.000 Afrikanen die door Amsterdamse handelaren op in Amsterdam gebouwde schepen naar de slavenplantages in Suriname en West-Indië werden verhandeld; noch door vergelijkbare aantallen Oost-Aziaten die tot slaaf zijn gemaakt door Amsterdammers.

Pas de afgelopen twee decennia is er onder de Nederlanders een groeiend besef gekomen van de enorme omvang van de betrokkenheid van het land bij een afschuwelijke misdaad tegen de menselijkheid. Het eerste monument van het land dat dit duistere verleden erkent, werd pas in 2002 onthuld, in het Oosterpark waar de koning vandaag sprak.

Twee jaar geleden schreef ik een Weekly Word over de verontschuldiging van de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, die eerdere voorbeelden van Londen en Liverpool volgde, gevolgd door Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Na veel uitstel heeft de Nederlandse premier afgelopen december eindelijk excuses aangeboden namens zijn regering, als opvolger van de Nederlandse regeringen die de slavenhandel promoten.

En nu de koning 

Zaterdag was de koning aan de beurt. De menigte in het Oosterpark, velen gekleed in kleurrijke traditionele Caribische en Afrikaanse kleding, stond doodstil te wachten toen de koning naar het podium voor het Keti Koti-monument liep. Ik verlangde getuige te zijn van dit historische moment, dus ik schuilde voor de regen onder de bomen en keek naar de gebeurtenissen op een groot scherm door een woud van paraplu’s.

Na verwezen te hebben naar de excuses van zijn premier afgelopen december, zei Willem-Alexander tegen de duizenden in het park en de miljoenen die alles volgden op live televisie in Nederland, Suriname en het Caribisch gebied: “Vandaag sta ik voor u als uw koning en als onderdeel van de regering. Ik spreek deze excuses vandaag persoonlijk uit.” Overal om me heen barstte applaus en gejuich los.

De koning vervolgde: “Maar voor mij is er nog een andere, persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en koningen van het Huis Oranje-Nassau deden hier niets tegen. Zij handelden binnen de kaders van wat toen wettelijk toegestaan ​​werd geacht. Maar het slavernijsysteem liet duidelijk zien dat die wetten onrechtvaardig waren.

De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet achter wetten kunt verschuilen als medemensen tot beesten worden gereduceerd en overgeleverd zijn aan de machthebbers. Op een gegeven moment groeit de morele noodzaak om te handelen – vooral omdat slavernij hier in Europees Nederland ten strengste verboden was. Wat in de koloniën en in de overzeese handel als normaal werd beschouwd en op grote schaal werd beoefend en aangemoedigd, mocht hier niet. Voor het overduidelijke gebrek aan actie tegen deze misdaad tegen de menselijkheid vraag ik vandaag om vergiffenis.”

Ik verliet het Oosterpark met het gevoel dat de sluier van onwetendheid en onverschilligheid die ons allemaal te lang heeft omhuld – inclusief christenen – weggenomen begon te worden.

Tot volgende week,




Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *