De Nederlanders hebben een gezegde: ‘God schiep de Aarde, maar de Nederlanders schiepen Nederland’. En dat is niet zonder reden. Hun gedurfde technische projecten hebben land van de zee terug gewonnen voor landbouw, huizen, en steden.
Toch is Nederland niet de eigenhandige creatie van de Nederlanders. Eeuwen van interactie met volken van heinde en verre heeft het land gemaakt tot hoe wij het nu kennen. Koning Willem-Alexander, bijvoorbeeld, heeft geen ‘Nederlands’ bloed in zijn aderen. Hij is voor negentig procent Duits en tien procent Russisch. Een van zijn voorouders was Peter de Grote.
Vroeger, ten tijde van Rembrandt in de zeventiende eeuw – de Gouden Eeuw – waren drie van de vier Amsterdammers nieuwkomers in de stad die voor de Godsdienstvervolging uit Antwerpen, Engeland, het Iberisch schiereiland, en het Duitse taalgebied hierheen waren gevlucht.
Willibrord en Bonifatius brachten het christendom in de achtste eeuw van Groot-Brittannië naar dit deel van Noord-Europa. Kloosterordes uit Ierland, Groot-Brittannië, Frankrijk, en Italië volgenden, en deze stichtten binnen de grenzen van het huidige Nederland gemeenschappen, ziekenhuizen, bejaardenhuizen, brouwerijen en scholen, naast nog andere maatschappelijke instellingen.
Omdat de Nederlanders in de Rijndelta leven, werden zij handelaren met name tussen Engeland en Duitsland. Zelfs vandaag maken Duitsers nog de grap dat Rotterdam hun grootste haven is. In de Late Middeleeuwen verbond de hanze de Nederlandse handelssteden met anderen van over heel het Noordzee gebied. Later werd Amsterdam het centrum van een internationale handelsonderneming. De Nederlandse identiteit kwam door onderlinge afhankelijkheid van hun buren.
Verweven
Vandaag de dag zijn de Nederlanders net zo trots op hun nationale identiteit als elk ander Europees land. Ze komen massaal in oranje gekleed de straat op voor nationale voetbalevenementen of koninklijke gelegenheden. Toch genieten ze van Italiaanse pizza’s, Belgisch bier, Zwitserse chocolade, Noorse zalm, Zweedse meubels, Engelse detectives, Ierse rock bands, Spaanse wijnen, Duitse auto’s, en veel veel meer. Ze houden van Eurovision Song Festivals en Champions League voetbal (en haten het als ze geëlimineerd worden).
Soortgelijke verhalen van de verwevenheid zou over bijna alle Europese landen verteld kunnen worden. Dus waarom zouden ze het niet vieren dat we deel zijn van de Europese familie van volken? Waarom zouden we niet genieten van onze diversiteit en onze eenheid? Waarom zouden we niet een jaarlijkse Europadag vieren, naast onze nationale feestdagen, zoals 14 juli (Frankrijk), Koningsdag (Nederland), de Dag van de Duitse Eenheid (Duitsland), enz.?
Zoals we vorige week al opmerkten, is voor velen van ons ‘Europa’ te ver verwijderd van ons dagelijks leven. Maar wanneer we er bij stil staan en ons beseffen hoe veel wij genieten en profiteren van onze Europese connecties, kunnen we zien hoe onze ‘Europees-zijn’ een onlosmakelijk onderdeel is van onze dagelijkse routines.
Dicht bij de mensen
Laten we concreet en praktisch worden. Hoe kunnen we vieren dat we bij een bredere familie van volken horen?
Europadag is al een officieel evenement op de EU kalender die op 9 mei gevierd wordt. Dat was de dag in 1950 dat Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, een plan aankondigde om de staal- en kolenindustrie van Frankrijk, Duitsland, en elk andere democratische land, onder één supranationale autoriteit samen te brengen. Dit wordt erkend als de geboorte van het Europese project, wat tot de EU leidde.
Maar Europadag hoeft niet alleen maar politiek te zijn. En het kan meer omvatten dan alleen maar de EU. Burgerorganisaties, geloofsgemeenschappen in het bijzonder, zouden het initiatief moeten nemen. Het zou zich moeten richten op het beïnvloeden van kinderen, jongeren, leiders en leden van geloofsgemeenschappen, academici, politici, leiders van gemeenschappen, en iedereen die in de toekomst van Europa geïnteresseerd is.
Stel je een dag voor dat scholen over heel Europa zich zouden richten op het thema diversiteit en eenheid, met spellen, quizzen, en leuke onderzoekprojecten voor alle leeftijden om op het internet te doen. Bij de activiteiten zou een ‘Schuman voor kinderen’ programma bij kunnen zitten, zoals mijn collega Laura Mihaly uit Cluj-Napoça in Roemenië recentelijk gedaan heeft, waar zowel de kinderen en leraren ontzettend enthousiast over waren.
Lezingen zouden in lokale bibliotheken gehouden kunnen worden met verhalen van over het hele continent. Cafés en restaurants, net als privéfeesten en progressive dinners, of wijn- en kaasavonden zouden speciale Europadagmenu’s kunnen hebben, met eten en drinken van over heel het continent. Concerten en filmevenementen zouden muziek en films uit alle hoeken van Europa kunnen promoten.
Geïnspireerd door het State of Europe forum van vorig jaar in Amsterdam, is een raadslid van de Domkerk in Utrecht samen met zowel de Katholieke Kathedraal en de Oud-Katholieke Kathedraal op de Europadag van dit jaar een oecumenische vespers gestart, wat volgend jaar wordt voortgezet. Na de vespers werd een symposium met de leidende bijdragers gehouden over de toekomst van Europa.
Symposia, opiniestukken in kranten, pubquizzen, flashmobs die het Europese volkslied in treinstations en winkelcentra zijn allemaal mogelijke activiteiten die dicht bij de mensen staan. We zijn van plan om een webpagina op te zetten om dit concept te promoten, die bronnen en overdraagbare ideeën voorstelt die overal gebruikt kunnen worden.
Heeft u een klik met een van deze dingen? Graag zouden we dan uw reacties en ideeën horen of op www.weeklyword.eu of de facebookpagina van het Schuman Centre.
Tot volgende week,