JmeO’ers staan er om bekend dat ze ‘out of the box’ denken.
JmeO’ers zijn ‘innovatief’, ‘vindingrijk’, ‘creatief’ en ‘visionair’. Dit waren beschrijvingen van de aanwezigen op een symposium dat afgelopen vrijdag werd gehouden om 50 jaar invloed van Jeugd met een Opdracht op kerk en zending in Nederland te evalueren.
De honderd deelnemers – medewerkers, alumni en vrienden van Jeugd met een Opdracht, vertegenwoordigers van andere organisaties en academici van verschillende instellingen – werden uitgenodigd om woorden te gebruiken die JmeO volgens hen het beste omschrijven. Met behulp van een app voor interactieve betrokkenheid boden ze de volgende bijvoeglijke naamwoorden aan:
Radicaal, wereldwijd, uitreikend, in vuur en vlam, passie, wild, voor iedereen, informeel, missionair, golven van jongeren, volgende generatie, samen, ruimhartig, initiërend, dienend, holistisch, transformerend….
Hoewel het symposium zich richtte op de erfenis van de beweging, was het niet per se een ‘JmeO-evenement’. Het werd georganiseerd op de Christelijke Hogeschool in Ede (CHE), onder auspiciën van MissieNederland. Van de 22 sprekers waren er slechts vijf huidige medewerkers van JmeO, die het verhaal van JmeO Nederland aan het begin vertelden en afsluitend commentaar gaven aan het eind van de dag.
Toen mijn Schuman Centrum collega Evert Van de Poll voor het eerst het symposium voorstelde, zag ik meteen twee heel goede redenen. Ten eerste in het belang van JmeO. Het zou de huidige JmeO leiders, van wie er maar weinig geboren waren in 1973 toen Romkje Youth With A Mission in Nederland als Jeugd met een Opdracht registreerde, helpen om de missie die ze geërfd hadden beter te begrijpen. En het zou een gezonde ‘externe audit’ zijn, die verantwoording aflegt aan het bredere Lichaam van Christus in Nederland.
Ten tweede voor de academische wereld. Het zou sommige academische collega’s van Evert aanmoedigen om eens serieus te kijken naar de Nederlandse tak van een van de grootste zendingsorganisaties ter wereld, die tot nu toe onder de radar van theologen en missiologen is gebleven. Dat, zo gaf Evert aan in zijn slotwoord, was een schandalige nalatigheid die correctie behoeft.
Leidende rol
In de ochtendsessies werden observaties en ervaringen gedeeld van mensen die de missie al vele decennia van binnen en buiten kennen. Arnold van Heusden, voormalig directeur van de Nederlandse Evangelische Alliantie, sprak over de leidende rol van de JmeO in Nederland in het bevorderen van discipelschapstraining, aanbidding, gebed, gemeentestichting, bediening onder moslims, prostituees en vluchtelingen, voorgangersconferenties, de mobilisatie van jongeren voor wereldzending en een groot aantal dochtermissies.
Joop Strietman, voormalig leider van Operatie Mobilisatie NL, vergeleek overeenkomsten en verschillen van de twee jeugdzendingsbewegingen en benadrukte het respect en de vriendschap tussen George Verwer en Loren Cunningham. Hij haalde een zeldzame foto boven van een jonge Loren die deelnam aan OM’s tweede zomer outreach in Europa in 1963.
Ina Ruiter, die met haar man Harm de katholieke jeugdbeweging in Nederland leidde, vertelde hoe YWAM Kerygma Teams, een katholiek georiënteerde bediening die vooral actief was in Oostenrijk, Ierland en België, de weg had gewezen om Nederlandse katholieken handen en voeten te geven in de discipelschapstraining en evangelisatie, waar pausen en theologen al sinds Vaticanum II over hadden gesproken. Zou JmeO, stelde ze voor, niet ook meer betrokken kunnen zijn bij katholiek Nederland?
De academische reflecties die na de lunch gepresenteerd werden door evangelische theologie professoren met missiologische en antropologische specialiteiten bevestigden zowel sterke punten als zorgpunten. Terwijl JmeO’ers misschien wel ‘out-of-the-box’ denkers zijn, zou het wellicht ook geen kwaad kunnen als ze aangemoedigd worden om af en toe buiten de YWAM-doos te denken?
Verantwoording
Loren’s vasthoudendheid dat elke christen Gods stem kan horen, dat iedereen betrokken kan zijn bij zending, en dat vrouwen gelijkwaardige partners zijn met mannen in God’s Koninkrijk, werd door verschillende sprekers erkend. Toch werd er bezorgdheid geuit over het feit dat sommige YWAM-bronnen, inclusief ‘zeven sferen van invloed’-onderricht van Loren, gebruikt zijn om een op macht gebaseerde dominion theologie te rechtvaardigen. Soms wordt dit uitgedrukt als het Zeven Bergen-onderricht dat populair is onder Amerikaanse evangelischen om een christelijk nationalisme te promoten dat streeft naar ‘het terugnemen van onze natie voor God’. Een YWAM-publicatie waarin gewaarschuwd werd tegen het ‘aanraken van de gezalfde des Heren’ werd aangehaald als een mogelijke opening voor misbruik van leiderschap.
Was er voldoende interactie tussen de beleidsmakers van JmeO aan de ene kant en vooraanstaande missiologen en zendingswerkers aan de andere kant? Of was er een verantwoordingsplicht van JmeO-leiders in het land aan leiders in het lichaam van Christus? Er werd veel geld, tijd en moeite werd geïnvesteerd in netwerken binnen het internationale leiderschap van YWAM, maar welke inspanningen werden er gedaan om advies te ontvangen binnen het land zelf? Hoe kunnen JmeO leiders zichzelf beschermen tegen het ‘echo-kamer’ denken onder gelijkgestemden?
Elk van de onderzoekers gaf aan moeite te hebben met het vinden van onderzoeksgegevens over JmeO tijdens de voorbereiding. Nadat ik vorige week leiders van YWAM Europa had gemaild over dergelijk onderzoek, kreeg ik te horen dat er ’tientallen dissertaties op masterniveau zijn gedaan in onze verschillende (University of the Nations) masteropleidingen in de afgelopen jaren’. Waarom waren ze dan zo moeilijk te vinden voor onze onderzoekers? Zijn ze wel op academische onderzoek platforms geplaatst? Worden hun bevindingen gemakkelijk beschikbaar gemaakt om leiders en medewerkers van JmeO te ondersteunen? Heeft iemand een bibliografie samengesteld van onderzoeken gedaan door YWAM’ers, of over YWAM door niet-YWAM’ers? Heeft iemand de onderzochte onderwerpen geanalyseerd? Of zouden ze wellicht sterk gericht zijn op leiderschap en geestelijke vorming, zoals ik vermoed? Welke hebben te maken met het openbare domein en de invloedssferen waar we nu al bijna 50 jaar over praten?
Wij JmeO’ers verlieten het symposium zowel bevestigd als uitgedaagd, met veel reflectie en huiswerk te doen.
P.S. Alle sessies en papers waren in het Nederlands en de meeste zijn beschikbaar op missienederland.nl/symposium/downloads
Tot volgende week,