De twee grote Europese rivieren, de Rijn en de Donau, zijn van de Zwarte Zee tot de Noordzee eeuwen lang een natuurlijke barrière over het hele continent geweest. Ze vormden de Noordoostelijke grens van het Romeinse rijk die de ‘beschaving’ van de ‘barbaren’ beschermde totdat het rijk in de vroege vijfde eeuw uit elkaar viel.
Als gasten van een groep Nieuw-Zeelandse reizigers, waren mijn vrouw en ik aan het genieten van een ‘onvergetelijke reis’ van Amsterdam tot Boedapest langs de Rijn en de Donau. De rechter rivieroever, vanaf de boot gezien, was onder ‘beschaaft’ Romeins gezag; de linker rivieroever was ‘wild’ barbaars territorium. ‘Ze’ moesten kosten wat het kost buiten de deur gehouden worden.
Een verdedigingslinie die de Limes Germanicus (Germaanse grens) genoemd werd, met ten minste 60 forten en 900 wachttorens, strekte zich over bijna 600 kilometer uit van de mond van de rivier de Rijn bij de Noordzee tot dicht bij Regensburg aan de Donau. De limes gingen verder naar het oosten langs de Donau naar de Zwarte zee onder verschillende namen: Limes Norici, Limes Ponnonicus, Limes Transalutanus, en Limes Moesiae.
Toen, op nieuwjaarsavond in het jaar 406 begonnen de dingen te veranderen. Op een of andere manier – sommige zeggen dat de rivier bevroren moet zijn geweest – stak een gemengde groep barbaren de Rijn bij Mainz over en vierde het nieuwe jaar met een destructieve plundertocht die leidde tot het ineenstorten van de Romeinse orde in het noorden van Gallië. De oversteek van de Rijn werd een teken voor verdere migratie van verschillende Germaanse stammen richting het westen en het zuiden.
Verontrustend
Hiëronymus, de vroege kerkvader, had net zijn Latijnse vertaling van de Bijbel (De Vulgaat) in Bethlehem afgerond toen hij het verontrustende nieuws hoorde over de invasie van de Barbaren. In zijn brief vertelt hij over de gebeurtenissen en heeft hij ook een lijst van de betrokken stammen (o.a. de Vandalen, Saxen, Bourgondiërs, Alemanni en meer) en van geplunderde steden (Mainz, Worms, Rheims, Amiens, Straatsburg…). Hij kon het begin van het einde van het rijk zien.
Maar het was ook het begin van de bekering van de binnenvallende stammen en het volgende stadium in het maken van Europa. In de volgende vier eeuwen pionierden de Ieren, die in Hiëronymus tijd het evangelie nog niet hadden gehoord, het evangeliseren in dit deel van Europa. Golven van monniken stichtten klooster na klooster, en dit werden de bouwstenen van de nieuwe orde die aan het ontstaan was. Ze werden bekent als de ‘leraren van de natiën en discipelers van koningen’. Na de Kelten kwamen de Benedictijnen, wiens kloosters nog steeds langs deze watersnelweg gevonden kunnen worden.
Op die manier werd de Rijn van een grens een van de hoofdslagaders eerst van het Koninkrijk van de Franken, daarna van het zogenaamde Heilige Roomse Rijk. Wat een versterkte barrière voor verdediging was geweest, werd nu gezien als transport-, communicatie- en samenwerkingsmiddel gezien. De verspreiding van het Christendom langs deze route is heel duidelijk voor de riviertoeristen door de overvloed aan kerken – Romanesk, Gotisch en Barok – die als stille getuigen langs beide oevers staan. Hiëronymus had zich waarschijnlijk nooit voorgesteld dat zijn naam op een dag vereerd zou worden onder deze voormalig barbaarse volkeren.
Verbinden
Karel de Grote, de eerste Heilige Roomse Keizer, droomde ervan om de Rijn en de Donau met een kanaal te verbinden en zo de Noordzee en de Zwarte zee met elkaar te verbinden. Het zou meer dan duizend jaar duren voordat die droom werkelijkheid zou worden. Zelfs het Ludwigskanal die in 1846 voltooid werd, was nauw, had veel sluizen en bleek onrendabel te zijn. Nadat het tijdens de Tweede Wereld Oorlog beschadigd was, werd het eindelijk in 1950 uiteindelijk gesloten.
Onze rivier-cruiser had net het veel grotere Rijn-Main-Donau gepasseerd die pas in 1992 voltooid is. Een ongelofelijke watertrap met zo’n 16 sluizen, sommige 25 meter hoog, tilt de boot 170 meter naar boven voordat hij weer terug zakt naar het niveau van de Donau. Na de voltooiing van dit kanaal en het einde van de Balkanoorlogen zijn elf landen, van Roemenië tot Nederland, met elkaar verbonden via een 3000km lange waterweg, nog een herinnering aan de verbondenheid en onderlinge afhankelijkheid van het Europese volk.
Op deze reis kwamen de woorden van de atheïst Richard Dawkins vaak in gedachten: ‘je kan Europa niet begrijpen zonder het Christendom en de Bijbel te begrijpen’. Tussenstops in onder andere Cologne, Würzburg, Bamberg, Nuremberg, Regensburg, Passau, Melk, en Wenen hebben ons bloot gesteld aan alle op elkaar gestapelde lagen Christelijke geschiedenis die het gemeenschappelijke fundament hebben gelegd voor de Europese volken.
Toch is het verhaal niet altijd positief. Herinneringen aan de donkere hoofdstukken van de kerkgeschiedenis zijn er veel geweest op deze reis: de kruistochten, vervolging van de Joden, en godsdienstoorlogen. De hypocrisie en hebzucht van veel kerkleiders hebben, begrijpelijk, minachtende opmerkingen uit onze gidsen ontlokt.
De geschiedenis is nooit netjes en opgeruimd. Hypocrisie en hebzucht liggen in elk van onze harten op de loer. Maar het zelfde evangelie dat een defensieve barrière kan veranderen in een communicatiesnelweg, kan zeker de geschiedenis blijven vormgeven op manieren die wij, net als Hiëronymus, ons nooit hadden kunnen voorstellen.
Tot volgende week,