“Een samenleving die gelijkheid boven vrijheid stelt, krijgt geen van beide. Een samenleving die vrijheid boven gelijkheid stelt, krijgt een hoge mate van beide.”
Een van de trends van verandering in de huidige Europese samenleving is dat de vrijheid van geweten, van meningsuiting en van godsdienst wordt verdrongen door wetten tegen ‘haatzaaien’ en ‘discriminatie’. Gelijkheidswetgeving tast de vrijheid van christelijke scholen, bedrijven en organisaties aan. Het tonen van kruizen en andere geloofssymbolen in de publieke ruimte wordt steeds vaker gecensureerd. Gewetensrechten voor gelovigen in medische beroepen en bij de overheid worden geschrapt.
Tijdens onze Summer School of European Studies in augustus in Amsterdam probeerden we achter de oorzaken van deze en andere verbijsterende maatschappelijke veranderingen te komen. Ze leren ons te begrijpen wat er gebeurt op het gebied van sociale waarden, wetten, klimaat, demografie, economie en identiteitspolitiek.
Bovenstaand citaat dook op tijdens discussies over de trend bij Europese rechtbanken om ‘gelijke rechten’ en ‘non-discriminatie’ in genderkwesties te laten prevaleren boven gewetens- en godsdienstvrijheid. De woorden zijn van Milton Friedman, een van de invloedrijkste economen van de vorige eeuw, die sprak over gelijkheid en vrijheid in het vrije ondernemerschap. De verklaring krijgt een nieuwe relevantie in de context van seculiere intolerantie tegenover openbare geloofsuitingen in de publieke ruimte.
Professor Evert van de Poll leidde onze discussie aan de hand van een informatief artikel uit het International Journal for Religious Freedom, Death by a thousand cuts (Een langgerekte doodsstrijd), waarin wordt geconcludeerd dat de intensiteit van seculiere intolerantie in het Westen wijdverspreid is en toeneemt.
Onder beleidsmakers, journalisten, academici en rechters bestaat een hoge mate van religieus analfabetisme, wat leidt tot misverstanden over religie en die resulteert in armoedig onderbouwd beleid, rechterlijke beslissingen, publieke informatie en publieke opinie.
Identiteitspolitiek die het overheidsbeleid en rechtszaken beïnvloedt, wordt bevorderd door 1. klassieke vrijdenkers die religie uit het publieke domein willen weren, 2. feministen die lobbyen voor de sociale en politieke emancipatie van vrouwen uit religieuze dogma’s en instellingen, en 3. minderheidsrechtengroepen die aandringen op rechten en erkenning van een open spectrum van genderalternatieven.
Veranderende wetten
Hoewel christenen de kwetsbaren in de samenleving willen beschermen, delen zij een wijdverbreide bezorgdheid wanneer de rechten van minderheden voorrang krijgen boven andere fundamentele rechten. Toegenomen druk om zich te conformeren aan steeds veranderende nieuwe sociale normen, gebaseerd op subjectieve emotie, doet uitingen van traditionele christelijke ethiek en moraliteit teniet. Christenen kiezen ervoor om te zwijgen in plaats van op te komen voor vrijheid van godsdienst en geweten.
Veranderende wetten hervormen de publieke opinie en vergroten de intolerantie jegens tegenstanders van dergelijke wetgeving. Spraakmakende rechtszaken zijn bedoeld om precedenten te scheppen. De bakkers uit Noord-Ierland die weigerden een bestelling voor een bruidstaart van een homostel te accepteren met de boodschap ‘Steun het homohuwelijk’, werden door het publiek veelal veroordeeld voor discriminatie en intolerantie. Uiteindelijk wonnen de bakkers in 2018 een vier jaar durende juridische strijd. Het Hooggerechtshof van Groot-Brittannië oordeelde uiteindelijk dat ze rechtmatig hadden gehandeld.
Een andere geruchtmakende ‘haatzaaiende’ zaak werd aangespannen tegen Päivi Räsänen, de voormalige Finse minister van Binnenlandse Zaken (foto hierboven via Reuters/Scanpix), en de lutherse bisschop Juhana Pohjola, die in 2019 strafrechtelijk werden beschuldigd van haatzaaien, omdat ze in het openbaar hun geloofsovertuigingen deelden. De aanklacht viel onder de sectie ‘oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid’ van het Finse wetboek van strafrecht. De aanklacht bevatte tienduizenden euro’s aan boetes en zelfs de mogelijkheid van een gevangenisstraf van twee jaar. Räsänen, een lid van de Finse Lutherse kerk, trok in een tweet de sponsoring van Pride 2019 door de kerk in twijfel, vergezeld van een afbeelding van Bijbelverzen uit het eerste hoofdstuk van het boek Romeinen.
Unanieme vrijspraak
Ondanks hun unanieme vrijspraak bij de rechtbank van Helsinki in 2022, ging de aanklager in beroep tegen de ‘niet schuldig’-uitspraak op basis van het feit dat de rechtbank tot de ‘verkeerde’ conclusie was gekomen. Hun zaak wordt omstreeks deze tijd opnieuw behandeld in het Hof van Beroep in Helsinki.
De seculiere intolerantie zal waarschijnlijk toenemen naarmate de secularisatie en ontkerstening in Europa doorzetten. In strafzaken hebben de meeste rechtbanken echter geoordeeld ten gunste van de godsdienstvrijheid van christenen. In civiele zaken over bijvoorbeeld onderwijs of werkgelegenheid trekt de godsdienstvrijheid vaak aan het kortste eind, omdat de uitspraken gebaseerd zijn op subjectieve interpretaties.
Diverse organisaties – van het Europees Centrum voor Recht en Rechtvaardigheid en de Scandinavische mensenrechtenadvocaten die dit jaar betrokken waren bij het State of Europe Forum in Stockholm, tot het Brusselse kantoor van de Europese Evangelische Alliantie – houden zich bezig met Europese rechtbanken en instellingen. Toch moet de christelijke gemeenschap als geheel zich bewust worden van de intensiteit en het tempo waarmee seculiere onverdraagzaamheid zich ontwikkelt. Beleidsmakers, ambtenaren (inclusief de politie) en rechters moeten worden voorgelicht over religie en zich realiseren dat religies niet per definitie gewelddadig zijn; dat de scheiding van kerk en staat niet wordt geschonden door religieuze uitingen; en dat een open samenleving ruimte moet laten voor gewetensbezwaren en redelijke inschikkelijkheid voor diepgewortelde overtuigingen.
Want de vrijheid van onze Europese samenleving staat op het spel.