Wandel met ons mee door de Europese Wijk van Brussel.
Volgende maand (6-9 juni) zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement, dus we moeten een beetje weten hoe ‘Brussel’ werkt en waar we op stemmen. Toegegeven, de werking van de EU-instellingen kan ver weg, buitenlands en saai lijken. Toch gebeurt daar zoveel dat onze Europese manier van leven vormgeeft, of we ons dat nu realiseren of niet.
Onze stemmen voor de besluitvormers – of het gebrek aan stemmen – zal de waarden beïnvloeden waarmee het Europa van morgen vorm zal krijgen. Als we ons recht en onze plicht om te stemmen niet uitoefenen, hebben we zeker geen reden om ‘Brussel’ te bekritiseren. Laten we dus in de voetsporen treden van degenen die deelnamen aan onze wandeling door de EU voorafgaand aan de opening van het forum over De Toestand van Europa 2024 op vrijdag.
De eerste vraag die je je misschien stelt is hoe Brussel de hoofdstad van de EU is geworden. Daarop kunnen we antwoorden: geografische nabijheid maakt Brussel een voor de hand liggende keuze. België is een klein, niet-bedreigend land dat grenst aan vier van de vijf andere oprichtende staten: Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland.
Toch werd het echter nooit echt gekozen. Toen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951 werd opgericht, werden tijdelijke regelingen getroffen om de kantoren en vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg te huisvesten. Nadat de EGKS in 1958 was uitgebreid tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG), werd besloten om het voorzitterschap van de nieuwe instellingen te laten rouleren tussen de ministers van elk van de zes lidstaten: (België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland). België ging als eerste in alfabetische volgorde.
Berlaymont
Het klooster van Berlaymont, net ten oosten van het stadscentrum van Brussel, had ruime tuinen die ruimte boden voor uitbreiding. Dus werd het de locatie van een groot kruisvormig gebouw van 13 verdiepingen, vandaag de dag nog steeds bekend onder de oorspronkelijke naam, voor de huisvesting van kantoren. Na verloop van tijd konden de zes lidstaten, toen negen, toen twaalf, toen vijftien, niet beslissen welke stad deze hoofdstad moest worden. Het roteren van personeel en afdelingen naar andere landen werd onpraktisch. Dus werd Brussel standaard de permanente hoofdstad van de EU – want België begint met de letter B!
Berlaymont is nu het hoofdkwartier van de Europese Commissie, de eerste van de drie EU-instellingen die we bezoeken. De Commissie is de uitvoerende macht van de EU en wordt geleid door voorzitter Ursula von der Leyen, die woont en werkt op de 13e verdieping. De Commissie is politiek onafhankelijk, stelt nieuwe wetgeving voor en voert de besluiten uit van de twee andere belangrijke instellingen, de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement.
Aanvankelijk deelde de Commissie het gebouw met de Raad en het Parlement, maar toen de EEG zich uitbreidde, de Europese Gemeenschap werd en later de Europese Unie, gingen de instellingen uit elkaar en verspreidden ze zich over andere gebouwen in wat nu de Europese wijk wordt genoemd.
We steken nu de rotonde Schumanplein over van Berlaymont naar het Justus Lipsiusgebouw, vernoemd naar Justus Lipsiusgebouw, genoemd naar een Vlaamse filosoof. Dit gebouw huisvest zowel de Europese Raad (samengesteld uit regeringsleiders en staatshoofden) als de Raad van de EU (samengesteld uit de kabinetsministers van de lidstaten en hun tegenhangers – bv. financiën, landbouw, milieu…). Deze functies breiden zich nu ook uit naar nabijgelegen gebouwen. Als Europese Raad bepalen de staatshoofden en regeringsleiders samen de algemene politieke richting en prioriteiten van de EU. Ze nemen echter geen EU-wetgeving aan. Dat is de taak van de kabinetsministers die bijeenkomen als de Raad van de EU.
[Om het nog verwarrender te maken: de Raad van Europa (RvE), opgericht in 1949 om mensenrechten, democratie en de rechtsstaat te beschermen, is geen EU-instelling. De Raad van Europa is gevestigd in Straatsburg en telt nu 46 lidstaten na de uitwijzing van Rusland na de invasie van Oekraïne in 2022].
Discussies en debatten
Een wandeling bergafwaarts vanaf het Schumanplein leidt ons naar de smeedijzeren poorten van het Leopoldpark, waar we een korte, lichte klim maken naar het Huis van de Europese Geschiedenis. Het seculiere verhaal dat in dit museum wordt verteld begint met de Griekse mythologie en springt over de eeuwen van Europa’s kerstening heen naar de Verlichting, waarbij de ware bron, inspiratie en ziel van Europa’s identiteit, culturen en waarden over het hoofd wordt gezien.
Als we de heuvel voorbij het museum beklimmen, verschijnt boven de bomen het conglomeraat van gebouwen waarin het Europees Parlement (EP) is gehuisvest. Het EP is de enige rechtstreeks verkozen EU-instelling en de enige die de Europese Unie vertegenwoordigt. Het EP vertegenwoordigt meer dan 450 miljoen Europese burgers. Veel werk wordt hier gedaan in transnationale, partij overschrijdende commissies, terwijl de belangrijkste debatten en stemmingen plaatsvinden in de plenaire kamer, of de vergaderzaal (zie foto hierboven).
Leden van het Europees Parlement (MEP’s) – voor wie we binnenkort gaan stemmen – debatteren en beslissen over voorstellen van de Commissie. Wetgeving moet worden goedgekeurd door zowel het EP als de Raad van de EU voordat het EU-wet wordt.
De kern van dit voortdurende proces van Europese democratie wordt gevormd door discussies en debatten, in 24 talen (!), die tot een overeenstemming proberen te komen voor het welzijn van iedereen in Europa en daarbuiten. Zoals Winston Churchill ooit zei: “babbel babbel babbel is beter dan oorlog, oorlog, oorlog.” (‘Jaw, jaw, jaw is better than war, war, war.’)
Laten we dus ons voorrecht en onze verantwoordelijkheid om volgende maand te stemmen serieus nemen.
Tot volgende week,