Kiezen voor eenheid

oktober 2, 2021

Nederlanders staan bekend om hun ‘poldermodel’ van consensus besluitvorming, waarbij verschillen worden overwonnen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

Sinds het proces van landaanwinning in de middeleeuwen begon, moesten gemeenschappen die in gebieden onder de zeespiegel woonden, verschillen over het hoofd zien om dijken en pompstations te bouwen en te onderhouden om overstromingen te voorkomen. Dus, zo wordt ons verteld, leerden de Nederlanders verschillen opzij te zetten voor een hoger doel.

Deze week toonde echter weinig bewijs van het ‘poldermodel’ dat bijna 200 dagen na de landelijke verkiezingen een nieuwe Nederlandse regering opleverde. Negen verschillende partijen zijn de afgelopen week betrokken geweest bij gesprekken om de impasse te doorbreken.

Ook in de Nederlandse kerkgeschiedenis is het niet veel gebleken. Toen ik voor het eerst naar Nederland kwam, meer dan vijfenveertig jaar geleden, kreeg ik het volgende te horen: ‘Een Nederlander, een theoloog; twee Nederlanders, een gemeente; drie Nederlanders, een splitsing.

Een snelle verkenning van de Gereformeerde kerken, bijvoorbeeld, onthult een zeer versplinterd landschap: de Nederlands Hervormde Kerk, de Hervormde Kerken van Nederland, Christelijk Gereformeerde Kerk, De Gereformeerde Kerken in Nederland (Vrijgemaakt), Nederlands Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband) en de Hersteld Hervormde Kerk, om er maar een paar te noemen. En aan de Pinksterzijde van het spectrum is het terrein net zo gebroken.

Opmerkelijk

Deze week waren Romkje en ik echter getuige van iets opmerkelijks tijdens een tweedaagse retraite van nationale christelijke leiders in een voormalig klooster. De retraite die het afgelopen decennium jaarlijks werd gehouden, is het resultaat van een handvol bruggenbouwers die de relaties koesteren tussen Orthodoxe, Rooms-Katholieke, Oud-Katholieke, Protestantse, Evangelische, Charismatische en Pinksterleiders, inclusief die van Migrantenkerken.

Een belangrijke gebeurtenis vond plaats tijdens de honderdste viering van de Pinksterbeweging in Nederland, gehouden in het Olympisch Stadion in Amsterdam op 15 september 2007. Een woordvoerder van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vroeg vergiffenis voor het oordelen van Pinkstermensen die zijn kerk in het verleden had geëmitteerd. Twee maanden later vroeg een vooraanstaande Pinkstervertegenwoordiger vergiffenis aan de Generale Synode van de Nederlandse Protestantse Kerk voor de negatieve houding ten opzichte van reguliere kerken uit zijn kiesdistrict.

De daaruit voortvloeiende houding van nederigheid en berouw, respect en erkenning, werd bevorderd door een oecumenische manifestatie in de open lucht in Den Haag in 2010 met drieduizend aanwezigen, gehouden onder de vlag van ‘Wij kiezen voor eenheid’.

Diezelfde geest was duidelijk zichtbaar in de resulterende jaarlijkse retraites voor kerkleiders die door hetzelfde oecumenische comité werden georganiseerd – inclusief de bijeenkomst van deze week over het thema ‘de vloek en zegen van schurende culturen en spiritualiteiten’. Ik heb nog nooit zo’n openhartige en authentieke uitwisseling meegemaakt met zo’n breed spectrum aan tradities. Paren van leiders met verschillende achtergronden deelden vanuit het platform observaties en ervaringen van sterke en zwakke punten van de spiritualiteit van de ander.

In een openhartige geest van broederschap vertelde bijvoorbeeld een katholieke bisschop aan zijn gereformeerde ambtgenoot dat het protestantisme voor hem een huis was met veel kamers: van heel liberaal, voor wie God een abstract begrip was, tot ultraorthodoxe huiskerken.

Gelijkwaardigheid

Maar wat hem aantrok was de protestantse liefde voor de Heilige Schrift, voor Christus en voor de cultuur van muziek en zang, met Bach als het grootste voorbeeld. Punten van verbeteringen waren echter de constante splitsingen die plaatsvonden, resulterend in nieuwe stromen – hij had zeventien variaties van gereformeerde kerken geteld, die voor toeschouwers moeilijk te begrijpen waren; plus onder de Evangelischen de toepassing van de oudtestamentische Schrift op de huidige realiteit zonder rekening te houden met de oorspronkelijke context; bijvoorbeeld het Israël van de Bijbelse tijden lezen als het Israël van vandaag. Er leek vaak een gebrek aan bewustzijn van de noodzaak om de Schrift te interpreteren, en een individualistische interpretatie en toepassing.

De bisschop gaf een gebrek aan bijbelkennis toe onder zijn eigen parochianen en erkende een gemeenschappelijk geloof in Christus als Gods openbaring onder zijn protestantse broeders en zusters, wat een reden opleverde om één in Christus te zijn.

Zo’n openhartig delen ging door tijdens de retraite over kwesties die in de afgelopen eeuwen tot bloedvergieten hebben geleid. Evangelischen deelden hun bezorgdheid over te veel nadruk op theologie en academische kennis zonder persoonlijke ervaring; droge liturgie en rituelen zonder de verwachting van Gods aanwezigheid; een te grote nadruk op de rol van Maria en van de hiërarchie. Evangelischen werden door anderen gezien als te ‘ik’-gericht en zeker van hun eigen overtuigingen, door mannen gedomineerd en met een individualistisch begrip van de doop.

De geest van nederigheid en openheid overspoelde de discussies die gedurende de twee dagen werden voortgezet. Ambten en rangen werden vergeten omdat gesprekken met de voornaam ons allemaal herinnerden aan onze gelijkheid voor het kruis. Kleine groepjes dwaalden door de kloostertuinen, luisterend naar elkaars hart. Kringen verzamelden zich rond tafels in gebed voor elkaar. Eén-op-één dialogen begeleidden wandelingen in de wijdere buurt.

Dit ging dieper dan een poldermodel dat op zoek was naar compromissen. We waren samen pelgrims, op zoek naar eenheid door het kruis. Ik moest denken aan een favoriete uitspraak van die oecumenische pionier Graaf Zinzendorf: Eenheid in het essentiële, vrijheid in het onbelangrijke, liefde in alles.

Tot volgende week,




Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *