Namen

oktober 9, 2021

Een fietstochtje van tien minuten vanaf ons appartement in hartje Amsterdam bracht ons enkele dagen geleden bij een fascinerende, nieuwe gedenkplaats in de voormalige Joodse buurt.

We fietsten langs de nog steeds in gebruik zijnde Portugese synagoge, en het Joods Historisch Museum, dat gehuisvest is in vier voormalige synagogen. Twee gele driehoeken geweven boven het voetpad vormen een grote davidsster, een grimmig aandenken aan de treurige geschiedenis van de buurt.

Net voorbij de brug over de Nieuwe Keizersgracht viel ons oog op een scherphoekige doolhof van stenen muren en glimmend roestvrij stalen oppervlakken, die de omgevende bomen en gebouwen weerspiegelen. We herkenden het als het onlangs geopende Holocaust Monument voor de Joodse, Sinti- en Roma-slachtoffers van de gruweldaden van de nazi’s. De Pools-Amerikaanse architect Daniël Libeskind ontwierp de hoekige muren, die vier Hebreeuwse letters vormen: het woord met de betekenis ‘ter nagedachtenis aan’.

Een jaar nadat de overheid voor het eerst officieel excuses had gemaakt voor haar instemming met de vervolging van de Joden in de oorlogstijd, waren premier Mark Rutte en koning Willem-Alexander bij de onthulling van het Namenmonument. Het is het eerste monument met de namen van alle 102.000 Nederlandse Joden, 220 Sinti and Roma die werden vermoord in anonieme massa-executies of in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau, Treblinka, Belzec, Majdanek, Chelmno en Sobibor; of omkwamen door ziekte, honger, uitputting of slavenarbeid.

Bijna acht decennia na hun uitroeiing zijn de namen van een ieder, geboortedata en behaalde leeftijd in een eigen steen vastgelegd. De overlevende verwanten hebben eindelijk een plek gekregen om hun geliefden te gedenken.

Gebeiteld in steen

Tijdens de openingsceremonie op de landelijke televisie verklaarde Rutte in de aanwezigheid van het publiek, bestaande uit overlevenden en nazaten: “Dit monument zegt: Nee, wij zullen jullie niet vergeten. Nee, wij zullen niet toestaan dat jullie namen worden uitgewist. Nee, het kwaad heeft niet het laatste woord.”

De ceremonie werd geopend door een vioolkwartet met de compositie Names. Het stuk wordt iedere vijf jaar wordt gespeeld sinds de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust in 2005. Dat jaar werden alle 102.000 namen van de Nederlands-Joodse oorlogsslachtoffers hardop, gedurende zes dagen en nachten aaneengesloten uitgesproken als een ‘gesproken monument’. Componist Maarten Peters wilde ermee benadrukken dat “iedere naam een uniek individu vertegenwoordigt: jong, oud, vader, moeder, grootmoeder, grootvader, broer, zus, neef, vriend…”

Ceremoniemeester was acteur, artiest en overlever Jeroen Krabbé, geboren in Amsterdam tijdens de hongerwinter van 1944. Hij sprak over de huizen op de plek waar nu het monument staat. Ze vormden het thuis van een kleine gemeenschap van ongeveer 200 Joodse arbeiders.

“Ze werden allemaal vermoord, anoniem, sommigen ver weg, zonder graf, hun namen meegevoerd door de koude wind. Maar hun namen zijn terug, voorgoed, gebeiteld in steen. We kunnen hen zien, lezen, aanraken, hun namen uitspreken. En dat is goed, want volgens de Joodse traditie ben je werkelijk vergeten als jouw naam niet langer wordt uitgesproken.”

Lopen langs de muren met namen confronteert je met het ontzaglijke van de drama’s en de trauma’s die grootouders, kleinkinderen, ouders, broers en zussen, zuigelingen en bejaarden en complete families omspannen, weggevaagd uit hun dagelijkse routine, weggeraakt in de vergetelheid. Stemmen dichtbij roepen uit: “En hier is tante Betje!”

Elke steen vertegenwoordigt een levende person, iemands geliefde, een dochter, vader, nicht, iemand die hier misschien in deze straat heeft gewandeld, in de buurt heeft gespeeld. Iemand gemaakt naar Gods beeld.

Waardigheid?

Mijn gedachten gingen terug naar de oude Joodse begraafplaats in Praag, die mijn vrouw en ik begin 1990 bezochten, kort nadat het communisme was ingestort. De bezetting van Bohemen en Moravië door de nazi’s leidde tot de deportatie van en moord op 263.000 Joden. Het naoorlogse communisme zette de heerschappij van onderdrukking voort. In het entreegebouw keken we gefascineerd toe hoe arbeiders zorgvuldig de namen kalligrafeerden van deze duizenden Joden, slachtoffer van een fascistisch wereldbeeld dat de waardigheid van een leven opofferde voor macht. Het materialistische communisme had geen reden om de verloren eigenheid van iedere vermoorde persoon te herstellen. Pas nadat beide goddeloze regimes ten einde waren kon de taak worden opgepakt om iedere persoon diens gedachtenis terug te geven.

Want het Joodse begrip van individualiteit en waardigheid is geworteld in de openbaring van de Hebreeuwse geschriften, de Tanakh, dat ieder mens is geschapen naar Gods beeld. Met het verwerpen van God verwerpen we iedere grond voor menselijke waardigheid en rechten van de mens. Want als homo sapiens slechts een onwaarschijnlijk kosmisch gedrocht zijn, het product van een toevallige evolutie van slijm plus tijd, waar komen dan de concepten van menselijke waardigheid, onschendbaarheid en bestemming vandaan?

De Tanakh, de Bijbel, staat vol met namen van mensen. Hij spoort ons aan om te gedenken, en niet te vergeten. De Schriften zijn de enige heilige geschriften die de geschiedenis serieus nemen. Dank God voor de Joden wier blijvende aanwezigheid ons blijft herinneren aan Gods hand in de geschiedenis.

P.S. Luister ook naar Joshua Searle van Spurgeons’ College in Londen, die vertelt over de Oekraïense revolutie van waardigheid.

Tot volgende week,




Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *