Toen Henry Vyner-Brooks een dubbele biografie voorstelde over twee ‘Fathers of Europe’, waren zijn uitgevers er niet zo zeker van dat het zou werken.
Hoewel ze eerder zijn Renaissance-romans hadden gepubliceerd, schrokken ze terug voor zijn plan om een ‘verrekijker te presenteren waarmee je het drama van de westerse beschaving kunt observeren’. De namen en verhalen van de Keltische monnik Columbanus en de monnik-achtige Robert Schuman waren immers nauwelijks bekend in Europa, ondanks het feit dat hun leven aanzienlijk had bijgedragen aan het vormgeven van de geschiedenis van het continent.
Maar in mijn gesprek met Henry afgelopen weekend voor de Schuman Talk van deze maand, heb ik zijn boek van 650 pagina’s gevierd als een unieke bijdrage. Het vult een grote leemte in de literatuur over het ontstaan van Europa. Jarenlang was ik op zoek naar hedendaagse teksten voor ons masterprogramma European Studies, die de rol beschrijven van het christendom bij het creëren van het concept Europa in de vroege middeleeuwen en het nieuw leven inblazen van de Europese beschaving na de Tweede Wereldoorlog. Toen Tom Holland’s Dominion verscheen, was het een welkome nieuwe verklaring over een thema dat historici als Christopher Dawson twee generaties geleden hadden aangepakt. En nu dus Henry’s boek, Saving Europe, gepresenteerd in de verhalen van deze Ierse pionier en Franse politicus ‘belangrijke historische markeringen aan beide uiteinden van ons Europese bewustzijn’.
Vyner-Brooks, die zichzelf ziet als een geleerde zonder witte boorden – die buiten het academische establishment opereert – is een Engelsman die de relatie van zijn land met de rest van Europa probeert te begrijpen ‘door de lange telescoop van de geschiedenis’. ‘Hoeveel banden – sociologisch, juridisch, etnisch, historisch en religieus – binden ons samen?’, vraagt hij zich af in zijn inleiding tot het boek. ‘Hoe wordt allemaal beïnvloed door ons vertrek (uit de EU)?’ ‘Hoeveel hebben wij Britten geholpen om (onze buren) te maken tot wie ze zijn in de afgelopen 2000 jaar? En hoeveel hebben ze ons gemaakt tot wie wij zijn?’
Uitweidingen
Wat het komende decennium ook zal zijn voor Groot-Brittannië, zo stelt hij, het kan zeker geen tijd zijn van geografische en historische terugtrekking. Met een militaire parallel waarschuwt hij dat ‘een regiment zich weliswaar enige afstand kan verplaatsen zonder zijn bondgenoten, maar niet tegelijkertijd van de bevoorrading kan worden gescheiden’.
Hij mag dan dyslectisch zijn, wat hij gemakkelijk toegeeft, maar desondanks toont Henry een enorme breedte en diepte van lezen door het hele boek heen. Hij maakt grote uitweidingen buiten de biografische details van de twee genoemde figuren, waarmee hij zeer leesbare overzichten biedt van het klassieke tijdperk en het voorchristelijke Europa. Bijvoorbeeld over de lange mars van Europese eenwording (800-1920); de invloed van Thomas van Aquino en de middeleeuwse scholastiek op de ontwikkeling; de katholieke sociale leer die de visie vormde van Schuman en zijn mede-katholieke staatslieden, De Gasperi en Adenauer; de latere geschiedenis van de Europese integratie tot in onze tijd; plus een uitgebreide diepgravende epiloog die reflecteert op de toekomst van Europa.
Alleen al deze onderdelen, of elk van de twee biografieën die afzonderlijk worden gepubliceerd, zouden waardevolle bronnen zijn. Maar samengeweven, als Keltische kunstwerken, is het hele wandtapijt een magistrale prestatie. En dat voor een architect, geen historicus, theoloog of filosoof! Hij heeft veel meer details en achtergrondinformatie over het Robert Schuman-verhaal opgegraven dan ik in mijn boek Deeply Rooted. Ik leerde veel nieuwe dingen over een man wiens verhaal op grote schaal op de Europese scholen zou moeten worden onderwezen.
Reis
Een bijlage die vertelt hoe het boek tot stand kwam, legt uit dat Henry niets wist over Columbanus noch Schuman toen hij in 2012 een seminar bijwoonde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar hoorde hij me kort praten over Schuman en het Schuman Centrum, en over het State of Europe Forum dat dat voorjaar in Dublin zou worden gehouden. Weken later zat hij in de Christ Church Cathedral in Dublin tijdens het openingsevenement van het Forum. Hij luisterde naar de verhalen van Os Guinness over de onverschrokken Ierse monniken die vanuit hun thuisland reisden om de lamp van de geleerdheid op het continent opnieuw aan te steken. Ook hoorde hij meer van het Schuman-verhaal.
Het duurde echter nog vijf jaar voordat het idee in Henry’s geest ontkiemde om de twee biografieën te combineren als boekensteunen aan weerszijden van het Europees bewustzijn. Hij begon te lezen en te onderzoeken, maar hij pakte ook camera’s en kampeeruitrusting in zijn busje, en twee van zijn zes kinderen. Daarmee vertrok hij vanuit hun huis in het Lake District op een reis van 6500 kilometer door Europa in de voetsporen van beide mannen, om een indrukwekkende reeks video’s te maken waarin hun verhalen worden vastgelegd. (Zie savingeurope.com).
De foto hierboven, uit het begin van het boek, verbindt de twee verhalen met elkaar. Hier zien we Schuman die in juli 1950 een menigte toesprak voor de abdij die door Columbanus in Luxeuil, Frankrijk werd gesticht. Hier erkent de Franse minister van Buitenlandse Zaken Columbanus als ‘de patroonheilige van al diegenen die een verenigd Europa proberen op te bouwen’. Een paar jaar later zou Schuman zichzelf ook horen uitroepen als ‘Vader van Europa’.
Tot volgende week,