Voorvechter van mensenrechten

november 19, 2022

Weinigen herkennen tegenwoordig de naam van Charles Malik. Nog minder mensen weten hoeveel zijn werk heeft bijgedragen aan het vormgeven van de naoorlogse internationale orde op basis van respect voor de mensenrechten. En wel heel weinig mensen beseffen hoezeer zijn vrome christelijke geloof de carrière van deze mondiale staatsman als politicus en diplomaat, filosoof en theoloog heeft geleid.

Toch haalde de naam Charles Habib Malik (1906-1987) in de naoorlogse jaren constant de krantenkoppen als ondertekenaar van het VN-Handvest, voorzitter van de Algemene Vergadering, roulerend lid van de Veiligheidsraad, vanaf het begin lid van de redactiecommissie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en rapporteur en vervolgens voorzitter van de VN-Mensenrechtencommissie.

Vorige week had ik het voorrecht zijn zoon te mogen verwelkomen bij de Schuman Talk van deze maand. Mensenrechtenactivist Habib Malik (1954) is net als zijn vader gepromoveerd aan Harvard. Hij is een Senior Fellow bij het Philos Project en werkt daar op het Charles Malik Institute of Philos, dat toezicht houdt op de intellectuele nalatenschap van zijn vader.

Watch here

Charles Malik is in 1906 geboren en getogen in Noord-Libanon, dat toen nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. Hoewel Grieks-orthodox ’tot op het bot’, zoals Habib het uitdrukte, ging zijn vader naar een protestantse middelbare kostschool en vervolgens naar de Amerikaanse universiteit van Beiroet. Vervolgens promoveerde hij in de filosofie bij Alfred North Whitehead aan Harvard en bij Martin Heidegger in Duitsland.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Malik ambassadeur van Libanon in de VS (1945-55) en de Libanese minister van Buitenlandse Zaken (1956-58). Hij woonde de oprichtingsconferentie van de VN in 1945 bij en trad toe tot de nieuw gevormde mensenrechtencommissie. Zijn diplomatieke vaardigheden als voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN maakten de goedkeuring mogelijk van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) op 10 december 1948. Achtenveertig landen stemden voor, acht onthielden zich en geen enkele stemde tegen.

Dat werd als een wonder beschouwd, gezien de wereldwijde politieke vijandigheid tijdens de blokkade van Berlijn door de Sovjets onder Stalin (juni 1948 – mei 1949). Zoals Habib in het interview opmerkte, was er een kort tijdsbestek, voordat de Koude Oorlog echt begon en China communistisch werd, waarin zo’n internationale consensus kon worden bereikt.

Vrij en gelijk

De enorme omvang van de grove schendingen van de mensenrechten tijdens de oorlog had de vastberadenheid van wereldleiders en academici aangewakkerd om te voorkomen dat dergelijke onrechtvaardigheden ooit nog op zo’n schaal zouden plaatsvinden. De formulering van de UVRM was onderdeel van de poging om het idee van mensenrechten algemeen aanvaard te krijgen als pijler van een nieuwe wereldorde. Het eerste artikel luidde:

‘Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Ze zijn begiftigd met rede en geweten en behoren tegenover elkaar te handelen in een geest van broederschap.’

Malik had erop aangedrongen de vetgedrukte zin hierboven op te nemen, om de centrale rol van gewetensvrijheid en keuzevrijheid te benadrukken. Hij drong er bij de afgevaardigden op aan voorbij hun ideologieën te kijken en zich volledig te richten op de menselijke persoon. Hij daagde enerzijds het communistische concept van collectivisme uit, en anderzijds de kapitalistische kijk op de samenleving als losse individuen die hun eigen economisch eigenbelang nastreven.

Aan zijn invloed worden twee bijzondere artikelen binnen de UVRM toegeschreven. Artikel 16 heeft betrekking op het huwelijk en het gezin en bevestigt het recht om te trouwen (met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten), om een ​​gezin te stichten, en op gelijke rechten tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan. Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de samenleving en heeft recht op bescherming door de samenleving en de staat.

Artikel 18 zorgde ervoor dat de Saoedi’s zich van stemming onthielden en vindt nog steeds bezwaar in de moslimwereld waar het vaak wordt geschonden: Iedereen heeft recht op vrijheid van denken, geweten en godsdienst; dit recht omvat de vrijheid om van religie of overtuiging te veranderen, en de vrijheid om, alleen of in gemeenschap met anderen en in het openbaar of privé, zijn religie of overtuiging te belijden door middel van onderwijs, praktijk, aanbidding en naleving.

Recordaantal

Malik vond wereldwijd erkenning voor zijn rol bij de goedkeuring van de UVRM. Hij ontving een recordaantal van meer dan vijftig eredoctoraten van vooraanstaande universiteiten over de hele wereld. Malik volgde een strikt persoonlijk Bijbelleesschema, schreef talloze commentaren op de Bijbel en op de geschriften van de vroege kerkvaders. Hij was een actief lid van de Wereldraad van Kerken (1967-71) en was vice-president van de United Bible Societies (1966-71).

In zijn keynote-toespraak bij de inhuldiging van het Billy Graham Centre aan het Wheaton College waarschuwde hij tegen evangelisch anti-intellectualisme, sprekend over de ’twee taken’ van het redden van de ziel en die van het redden van het verstand.

‘Ik ben geen aanhanger van alleen maar vroomheid’, zei hij, ‘ik wil de meest rigoureuze intellectuele training, ik wil de perfectie van het verstant. Maar ik ben ook tegen verstand alleen – ik wil de redding van de ziel, ik wil de vreze des Heren.’


PS Een herdenkingsdienst ter ere van het leven van Anne van der Bijl, die vrijdag werd gehouden in zijn woonplaats Harderwijk, kan hier worden bekeken. Romkje deelde enkele korte herinneringen vanaf 33′ 45″. Zie ook het Weekly Word van 1 okt 2022.

Tot volgende week,




Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *